De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Hengelo streeft naar toename van ruim meer 'stadfietsers'

HENGELO – De gemeente Hengelo zet stevig in op de fiets, want streeft ernaar  dat minimaal de helft van de verplaatsingen plaatsvindt  met dit rijwiel. Nu nog kiest 41 procent ven de Hengeloërs  ervoor de stad de binnenstad of woonwijk per binnenstad per auto of fiets, maar te bezoeken.

 Dat blijkt uit het het Mobiliteitsplan 2040. Om dit doel te bereiken, is het nieuwe 'Deelprogramma Fiets' opgesteld. In het deelprogramma staan plannen voor de korte termijn (tot 2030) en de lange termijn (na 2030). Het gemeentebestuur heeft recent een  conceptplan vastgesteld. Volgens wethouder Steen moet het een automatisme worden de auto zo min mogelijk te gebruiken. Tegen die achtergrond wil de gemeente investeren in ‘doorfietsroutes’ waaronder de F35 en het voltooien, een gedragscampagne en handhaving.

Ook wil het gemeentebestuur fietsen stimuleren. Met de voorstellen uit dit plan komt heel Hengelo in beweging en zetten we in op duurzame mobiliteit, publieke fietstellers, dynamische reistijdinformatie en een digitaal complimentenbord. concept Deelprogramma Publieke Mobiliteit gedeeld. In een gezamenlijke werksessie worden beide programma’s besproken. Daarnaast blikken we vooruit op de planning van maatregelen en verwachte investeringen. Uiteindelijk wordt de gemeenteraad gevraagd geld voor deze investeringen beschikbaar te stellen.

 

Enschede investeert in talentontwikkeling met steun van provincie

ENSCHEDE - Het gemeentebestuur van Enschede vindt het belangrijk dat de kinderen in Enschede alle kansen krijgen om zichzelf te ontwikkelen door ook cultuureducatie een plaats te geven op de basisscholen. Naast talentontwikkeling zorgt dit voor het leren van vaardigheden zoals creativiteit, kritisch denken en samenwerken. Er werken hiervoor in Enschede (basis)scholen, culturele instellingen en de gemeente, met landelijke en provinciale ondersteuning.

Naast de al eerder met succes aangevraagde vervolgsubsidie vanuit de landelijke regeling ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ voor de periode 2025-2028 vraagt Enschede daarom ook opnieuw subsidie aan bij de provincie Overijssel. Deze subsidie van 87.977,50 euro per jaar uit de provinciale regeling Cultuureducatie Overijssel is ook bedoeld voor de periode 2025-2028.

Met deze ondersteuning zorgen we ervoor dat de ruim 13.500 Enschedese kinderen in het basisonderwijs (en speciaal onderwijs) in de periode 2025/2028 in aanraking blijven komen met cultuur en cultuureducatie van kwaliteit aangeboden krijgen via de scholen. Met de provinciale bijdrage stemmen we bijvoorbeeld vraag en aanbod van scholen en cultuuraanbieders nog beter op elkaar af, verbeteren we het online cultuurmenu, evenals de ondersteuning en advisering van scholen en blijven we de deskundigheidsbevordering van aanbieders en leerkrachten verzorgen.

Met deze ondersteuning  kan de gemeente dat de gemeente als gezegd 13.500 Enschedese kinderen in het basisonderwijs (en speciaal onderwijs) in de periode 2025 -2028 in aanraking blijven komen met cultuur en cultuureducatie van kwaliteit aangeboden krijgen via de scholen. Met de provinciale bijdrage stemmen we bijvoorbeeld vraag en aanbod van scholen en cultuuraanbieders nog beter op elkaar af, verbeteren we het online cultuurmenu, evenals de ondersteuning en advisering van scholen en blijven we de deskundigheidsbevordering van aanbieders en leerkrachten verzorgen.

Nit hard

Schaatsleraar Bertus Braamhaar op de iesbane in Eanske begun elke les met: “Nit hard schaatsen, mear móói schaatsen. Det mu’j learn!” zea-r-e. Volgens um was ‘t vuural krachen spoaren en “oetskeajen met det onbenullige gezweej met de oarme. Det kost allene mear energie. Haande op de rugge, iets duur de knene, nen heanigen slag en heanig beginnen.” Oezelf dus nooit oawerschatten.

Nen heeln aandern tak van sport is zingen in groepsverbaand. Ik weet nit woer de kearls biej de Riessense koren op selecteerd wordt. Mear het geet vaste nit as biej de  skaatsles: nit hard zingen, mear móói zingen. Zol ’t kommen duur de  badkamerbouwers? Dee maakt mooie holle ruumtes en a’j doar begint te zingen deank iej al heel gaauw: “Det kleenkt al geent slech.” Dan wordt ze lid van een koor en dan kriegnt ze ineens heel völle zelfvertrouwen.

Ik beseffe det dit ne echte Riessense kwestie is umdet doar op zöandag de koarken nog vol zit. Doar vaalt het miej op det vuural koorkearls zik duudlik loat heuren. Het hef – volgens miej - nit dreks met de manere van zingen te maken. Jans van de Fieneman (Harmsen) zat twee baanken vuur oons in de koarke. Hee har aaltied biej ’t mannenkoor ezungen en doar hadn ze Jans eleard um alle wöarde heel good oet te sprekken. Biej de Oo’s maaktn hee de lipn zo roond as nen foebal en biej de Aa’s gong een moond tot achter de oorn lös. Min va zea dan: “Jans dut ’n moond zo vear lös, doar kan wal een half brood in.” Mear Jans heurden iej der nóóit boawn-oet zingen. Jans zung as skaatskenloopn: nit hard mear mooi.

’n Oaln Herman Haverkate van de Twentsche Courant maakten eens nen dienst met in de Scheeldkoarke. Hee zat nöast nen vreandelijken kearl. Doar kreeg-e peppermeunten van, mear den kearl zung “als een cirkelzaag”, schreef Haverkate. Miskien nog nit eens vaals, mear wat kearls hebt ’n soort broam an de stemme en den krop oe in ‘t oor. A’j doar op goat lustern, dut ’t gewoon zear. Mear miskien hebt ongeschoolde zangers det van zikzelf heelmoals nit duur. Mear kearls met koorscholing zollen better mutten weetn.

De praktijk is aanders. De leste poar wekken zat ik wier eens in de buurte van kearls dee lid van een koor zeent. Wat onméúnig hard zingen. En iej köant ‘r nit langshen lustern. In de koarke wi-j doar vanzelf gin doonderieje umme maakn. Mear better zol wean een apart vak vuur de harde zingers. Dan hoownt ze zik nit mear te bewiezen teegnoawer de gewone leu. En dan hange viej doar ‘n bröd boawen met: nit hard, mear mooi.

Gerrit Dannenberg

Oud-wielrenner Bas Stamsnijder uit Enter voorzitter van Zwaluwen

ALMELO/ENTER - Bas Stamsnijder is de nieuwe voorzitter van de Almelose wieler Vereniging De Zwaluwen. De 35-jarige oud-coureur uit Enter nam op de algemene ledenvergadering de voorzittershamer over van Philip Kootstra.

Stamsnijder komt uit een beroemd wielergeslacht, vader Hennie was de eerste Nederlandse wereldkampioen veldrijden bij de profs in 1981, broer Tom reed jaren in het profpeloton rond. Bas zelf was een sterke continentale renner, die met zijn team De Rijke onder meer de openingsploegentijdrit van de Ronde van Portugal won.

Stamsnijder liet ter vergadering weten graag iets terug te willen doen voor de vereniging waar hij zijn opleiding genoot. Daarmee heeft De Zwaluwen opnieuw een ambitieuze en jonge preses aan het hoofd van de vereniging staan.

 

 

Autogekte

Nu heeft door de bank genomen bijna iedereen wel een hobby die kostbaar is. Het kan om een spoorbaantje, durfkapitaal, tentoonstellingskatten of het opknappen van historische motoren gaan – om maar wat te noemen – maar ik schaf graag auto’s aan. Afgezien van onze redelijk bescheiden inkomsten is het de eega, die in deze steeds een nuchter standpunt inneemt. Het komt er op neer dat zij  constateert dat ons huidige model slechts enkele tienduizenden kilometers gelopen heeft, zodat er geen enkel argument is om weer geld te steken in een ander model.

Het is deze hindernis van ongemene hoogte die ik moet slechten om weer bij een werkelijk waanzinnig mooie kar uit te komen. Zoals met veel afwijkingen is deze behoefte aan een ander vervoermiddel terug te voeren tot mijn vroegste jeugd. Mijn ouders, of eigenlijk mijn vader, was in goeden doen. Hij deed iets belangrijks in de textiel in een periode dat deze industriële tak floreerde. Dus kreeg ik een tamelijk uitgebreide vloot Dinkytoys alsmede een garage, waarmee ik mij uren achtereen kon vermaken. Ach, had ik deze metalen miniwagentjes nog maar, dan was ik een man in bonus, maar ja: allemaal verdwenen in het zwarte gat van de voortrazende tijd. Enfin, aangezien pa om de paar jaar een andere auto mocht berijden, kreeg ik ook belangstelling voor de 1:1-modellen. Kortom, een passie was geboren.

Vooral het Italiaanse erfgoed kan mij bekoren en mijn wederhelft en ik hebben inmiddels zo’n zes Alfa’s bereden. Soms werkte een deel van het mechaniek of vooral de elektriek niet, maar dat behoorde – zo werd er ook binnen de Alfaclub beweerd – tot het karakter van het merk. Als bij een mooie vrouw bij wie je haar platvoeten kunt vergeven.

Nu is mijn vrouw niet geheel ongevoelig voor fraaie automobielen, dus laat ik “per abuis” een folder, openstaande laptop of krant slingeren, waarop mijn favoriete merk en model staan afgebeeld. Ook bevestig ik een fotootje van deze auto op het prikbord.

Onbewuste beïnvloeding heet dat. Maar ze geeft nog geen sjoege. Bewust denk ik.

Erik Endlich

Deel dit nieuws!