De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Clubtrouw

Ons kikkerland staat bekend om de vele clubs, verenigingen en andersoortige verbanden waarbinnen ontelbare burgers actief zijn. Elders in de wereld kent men dat fenomeen ook, maar dan gaat het over voetbal dan wel betreft het een serviceclub zoals bijvoorbeeld de Lions. Maar bij ons is de clubdichtheid veel groter dan elders.

Vroeger was het nog erger, als ik dit zo noemen mag. Men verzamelde op manische wijze suikerzakken, sigarenbandjes, speltjes en de welbekende postzegels. Er was wekelijks wel ergens een beurs die uitpuilde van de fanatieke verzamelaars. Nu, deze vorm van vrijetijdsbesteding is inmiddels passé en wordt nog slechts bedreven door autisten, die in achterkamertjes keer op keer de eigen collectie ordenen.

Ook oude doos zijn spellen zoals sjoelen en mens-erger-je-nieten, die eveneens tijdsens hoogtijdagen in hallen door duizenden werden beoefend. Mijn eega, een tiener nog, sjoelde des zondags met haar ouders en oma en wel op zeer fanatieke wijze. Na jaren van deze vorm van huisvlijt vond men het tijd worden om de inmiddels verkregen bedrevenheid in een groter verband te beproeven. Aldus toog men naar een ander deel van Enschede, waar zij toen woonden: in de Diekmanhal vond er een toernooi plaats.

De veronderstelling dat de wederhelft en haar familie daar potten zouden breken leed ernstig schipbreuk: ze werden weggespeeld alsof ze de sport voor het eerst bedreven. Mijn vrouw en schoonfamilie zijn meen ik na deze desillusie overgegaan op een wekelijkse pot kwartetten. Dit kaartspel is nimmer in groter verband gespeeld.

De beschreven beproeving ziet men overigens vaker in verenigingsverband. In die min of meer inteeltachtige ambiance wordt de plaatselijke held – sporter of anderszins – op het schild gehesen, waarna de gedachte postvat dat de club als het ware een supertalent heeft gebaard. Hij dan wel zij steekt met kop en schouders uit boven de stumpers en houten klazen uit het clubbestand.

Verwachtingsvol laat men bedoeld juweel los in een competitie die boven het lokale niveau uitstijgt. Vervolgens ziet men de gekoesterde held in het zand bijten: het is zogezegd brandhout, deze bakt er niets van, men valt door de mand en zo meer.

De moraal: blijf vooral uw club trouw.

TEKST ERIK ENDLICH

Nieuwe herder van Twentse katholieken kiest domicilie in Raalte

TWENTE - Voor de parochies van  Sint Marcellinus (Nijverdal-Enter-Wierden-Rijssen en omstreken) betekent de aangekondigde benoeming door paus Leo XIV van pastoor en  vicaris Cornelissen tot bisschop van het bisdom Groningen-Leeuwarden.  Pastoor Cornelissen zal worden opgevolgd door pastoor Mauricio Meneses Santiago, op dit moment pastoor van de parochie H. Titus Brandsma, in Wageningen, Veenendaal en omgeving. De benoeming zal ingaan op 1 oktober en hij zal gaan wonen in Raalte.

 De installatieviering van Mauricio Meneses zal 8 november plaatsgrijpen te Raalte. Vanaf het weekend van 18 oktober zal hij start maken met de pastorale werkzaamheden Cornelissen neemt zondag 21 september om 10.00 uur in de kerk van de H. Dionysius in Rijssen.

 Pastoor Mauricio Meneses is afkomstig uit Colombia. Hij werd geboren op 6 juli 1984 in Conversion in het Noordoosten van het land. Het gezin telde naast hem nog twee broers en drie zussen. In zijn jeugd was hij actief in de parochie onder meer als misdienaar, acoliet en koster.

 Over zijn roeping zegt hij zelf: 'Toen ik zeventien jaar oud was, gaf ik mijn jawoord aan God om priester te worden'. In Bogotá studeerde hij filosofie en theologie. In augustus 2014 kwam pastoor Mauricio als missionaris naar Nederland. In 2017 is hij in Utrecht door kardinaal Eijk tot priester gewijd.

Hij werd benoemd tot parochievicaris van de Martha en Mariaparochie in Baarn en omgeving en later ook in  de Onze Lieve Vrouw-parochie te Amersfoort. Begin 2023 werd hij pastoor van de H. Titus Brandsma Parochie in Wageningen en omstreken.

TEKST: JOHAN DE WAARD

Clubtrouw

Ons kikkerland staat bekend om de vele clubs, verenigingen en andersoortige verbanden waarbinnen ontelbare burgers actief zijn. Elders in de wereld kent men dat fenomeen ook, maar dan gaat het over voetbal dan wel betreft het een serviceclub zoals bijvoorbeeld de Lions. Maar bij ons is de clubdichtheid veel groter dan elders.

Vroeger was het nog erger, als ik dit zo noemen mag. Men verzamelde op manische wijze suikerzakken, sigarenbandjes, speltjes en de welbekende postzegels. Er was wekelijks wel ergens een beurs die uitpuilde van de fanatieke verzamelaars. Nu, deze vorm van vrijetijdsbesteding is inmiddels passé en wordt nog slechts bedreven door autisten, die in achterkamertjes keer op keer de eigen collectie ordenen.

Ook oude doos zijn spellen zoals sjoelen en mens-erger-je-nieten, die eveneens tijdsens hoogtijdagen in hallen door duizenden werden beoefend. Mijn eega, een tiener nog, sjoelde des zondags met haar ouders en oma en wel op zeer fanatieke wijze. Na jaren van deze vorm van huisvlijt vond men het tijd worden om de inmiddels verkregen bedrevenheid in een groter verband te beproeven. Aldus toog men naar een ander deel van Enschede, waar zij toen woonden: in de Diekmanhal vond er een toernooi plaats.

De veronderstelling dat de wederhelft en haar familie daar potten zouden breken leed ernstig schipbreuk: ze werden weggespeeld alsof ze de sport voor het eerst bedreven. Mijn vrouw en schoonfamilie zijn meen ik na deze desillusie overgegaan op een wekelijkse pot kwartetten. Dit kaartspel is nimmer in groter verband gespeeld.

De beschreven beproeving ziet men overigens vaker in verenigingsverband. In die min of meer inteeltachtige ambiance wordt de plaatselijke held – sporter of anderszins – op het schild gehesen, waarna de gedachte postvat dat de club als het ware een supertalent heeft gebaard. Hij dan wel zij steekt met kop en schouders uit boven de stumpers en houten klazen uit het clubbestand.

Verwachtingsvol laat men bedoeld juweel los in een competitie die boven het lokale niveau uitstijgt. Vervolgens ziet men de gekoesterde held in het zand bijten: het is zogezegd brandhout, deze bakt er niets van, men valt door de mand en zo meer.

De moraal: blijf vooral uw club trouw.

TEKST: ERIK ENDLICH

Dinkelland wil versnelling van woningbouw met parallelle plannen

DINKELLAND – De raadsfractie van het CDA in Dinkelland heeft met steun van Burgerbelangen en Progressief Dinkelland een motie ingediend om woningbouwprocedures te versnellen via parallelle plannen. De motie werd aangehouden nadat wethouder Severijn toezegde de werkwijze van het parallel plannen verder uit te werken. Het idee is om plannen niet na elkaar, maar gelijktijdig uit te voeren. Voor woningbouw betekent dit dat je bijvoorbeeld de tekeningen maakt, financiën doorrekent, onderzoeken doet, inwoners betrekt en juridische procedures start. Allemaal tegelijk, in plaats van stap voor stap. Het voordeel? Je bespaart kostbare tijd en brengt de totale doorlooptijd van planvorming en realisatie fors terug. Er zijn in gemeenten ervaringen dat het een proces van zeven jaar naar twee jaar verkort.

Het idee is het parallel maken van plannen als een praktische oplossing om sneller woningen te realiseren en jongeren, starters en senioren sneller uitzicht te bieden op een betaalbaar huis in hun eigen dorp, Hij noemde als voorbeeld Rossum-Noord fase 2, waar de bouw maar niet van start gaat door het lange wachten en ingewikkelde procedures. ‘’De wethouder gaf aan dat er al een project loopt met parallel plannen, maar kon op doorvragen geen concreet voorbeeld noemen. Dat roept vragen op. We willen geen papieren toezegging, maar echte versnelling.’

Het college de toezegging niet kan waarmaken, dan dienen we de motie opnieuw in. Want ja, r liggen goede plannen op de plank. Maar nee, het gaat niet snel genoeg.’'
Tegelijkertijd erkent het CDA de inzet van het college. Smellink: ‘’We zien dat zowel het vorige als het huidige college haar best doet om ambities hoog te houden, grond aan te kopen en te ontwikkelen. Maar gemeentelijke processen, capaciteitstekort, stikstofregels, juridische uitspraken en gemeentelijke regels over spuitzones gooien roet in het eten. Juist daarom is parallel plannen zo belangrijk. Met lef van het college en steun van de raad kunnen we snelheid maken, zonder kwaliteit te verliezen.’’
Na de zomer verwachten we meer informatie over parallel plannen in de gemeente Dinkelland. CDA Dinkelland blijft zich inzetten voor betaalbare woningen en een slagvaardige aanpak. Want wonen in eigen stad of dorp moet mogelijk blijven voor, starters, senioren, gezinnen en iedereen die dat wil

TEKST WIM DE VOS

Boekenwijsheid

Lieden ontlenen hun status niet zelden aan hun auto, een boot of bijvoorbeeld de hoeveelheid verdovende middelen die kan worden gedistribueerd. Deze jongen, wat meer huiselijk gericht, is trots op zijn boekenkast. Het is een aanzienlijk, tot aan het plafond reikend exemplaar, gemaakt van grenenhout en voorzien van klapramen. Daarachter bevindt zich een flinke hoeveelheid – hoe kan het ook anders – boeken.

De gekende bibliofiel weet, dat de collectie in de loop der jaren forst uitdijt. Inmiddels ben ik genoodzaakt een deel van het gedrukte papier  in zowel de werkkamer als mijn mancave onder te brengen. Zulks noopt tot rigoureuze maatregelen, wil het niet zover komen als bij een kennis, van wie zijn woning slechts deels geschikt is voor huiselijk leven, daar stapels boeken de bewegingsvrijheid ernstig belemmeren. Zelfs het toilet kan men slechts gebukt betreden, daar de man daar boekenplanken heeft aangebracht die krom staan van de zich daarop bevindende folianten.

Zover wil ik het niet laten komen, vooral ook omdat de eega zich met krachtige bewoordingen verzet tegen een woud aan boeken. Zulks noopt tot een kritische beschouwing van wat weg kan. Nu: dat is op de keper beschouwd een aanzienlijke hoeveelheid. Zo hebben wij, althans heb ik, enkele boekenkastmeters met medische en andersoortige encyclopedieën, die uit de jaren zestig en zeventig dateren en dientengevolge ernstig achterhaald zijn. Met name het medische gedeelte toont personen met matjes of bobkapsels, die verontrustende huidziekten tonen, dan wel types die in een enorme soort van kamergrote  machine worden geschoven, kennelijk om een foto van de inwendige organen te maken.

Ouwe meuk en dat kan dus weg. Hetzelfde geldt voor instructieve werkjes over langharige cavia’s, het Prisma Kippenboek, Over Konijnen en een hele reeks andere pockets die over diverse huisdieren gaan, destijds aangeschaft omdat de kinderen bleven zeuren over een knaag- of ander beest en wij telkens door de knieën gingen. Verder bezit ik een stapel pennenvruchten van obscure schrijvers, die ik kennelijk gelezen heb: uit de flapteksten leid ik af waarom ik het nimmer herlezen zal. Ook dat is geschikt materiaal voor de papiercontainer.

Het scheelt een stuk.  Volgens de wederhelft niet. Misschien kunnen haar kunstboeken  ook wel weg.

Erik Endlich

Deel dit nieuws!