De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Fotoconfrontatie

De tijd is dikwijls onbarmhartig: zo ben je in de bloei van je leven, vervolgens ben je maar een paar passen verwijderd van je graf. Toegegeven, het is geen monter begin voor een luchtig stukje. Voorgaande overpeinzingen grepen de eega en mijzelf bij de keel, toen van overheidswege het bericht kwam dat onze paspoorten aan verlening toe waren. Reeds dit gegeven gaf ons te denken, dat de vorige verlenging niet lang geleden was. Blijkbaar wel dus. Een volgende vraag drong zich op: was het nodig om nieuwe foto’s te laten maken?

De wederhelft begon hierover. Zij toonde haar paspoort en vroeg: “Nou? Is het wel nodig om een nieuwe pasfoto te laten maken?” Reeds vele jaren van samenzijn bracht mij tot het onmiddellijke besef, dat ik mij thans in een uiterst benarde positie bevond. Als ik de vraag direct bevestigend zou beantwoorden, dan zou zulks impliceren dat zij er inmiddels evident ouder uitziet. Zeg ik op verontwaardigde toon: “Welneeeee! Je bent geen spat veranderd!” – dan zou de burgerlijke stand-persoon haar wel eens op een schokkende wijze uit de droom kunnen helpen. Daarom repliceerde ik zuinigjes met: “Mmm: ik denk van niet, maar wat vind jij zelf?” “”Ik vind het onzin” zei mijn vrouw afgemeten.

Nu is het lastig om op een pasfoto te zien of jij die persoon nog steeds bent. Sinds het al decennia lang geleden is dat je niet meer mag lachen op een pasfoto (zólang geleden alweer?), sta ik er met dunne lippen op en kijk ik of ik zojuist een keutel heb ingeslikt. “Het is net ‘Opsporing verzocht’” vindt de eega. Nu lijkt eerlijk gezegd haar foto op een vrouw, die denkelijk in staat is om haar gehele schoonfamilie te vergiftigen. Ogen, van zichzelf mooi maar indringend, donkere wenkbrauwen en volle maar toegeknepen lippen: zou men mijn vrouw niet kennen, dan zou het Bonny kunnen zijn, de partner van Clyde.

We gaan toch maar naar de fotograaf. Eerst maar oefenen voor de spiegel.

TEKST: Erik Endlich

Rotherrie

In ons particulier vogelreservaat, dat anderen “een teringbende” noemen, zitten wij dikwijls te genieten van onze gevleugelde vrienden. Het kwinkeleert en alarmeert: dat laatste vanwege buurtkatten, die evenwel vakkundig door ons blaffende duo uit de tuin worden gejaagd. We zitten lekker vrij dankzij ons manshoge  gewas.

Tot zover lijkt het een idyllisch oord – wat het ook is – ware het niet, dat wij in een buurt wonen, waar driftig geklust wordt. Voortdurend. Dat hoeft geen probleem te zijn, als men in huiselijke kring wat schroeft, met de verfkwast wappert of een rol behang tegen een muur plakt. Maar nee: om ons heen bevinden zich lieden die zich buitenshuis bedienen met apparaten, die een zodanige rotherrie maken, dat onze conservatie zich beperken moet tot het uitwisselen van enkele kreten, die gillend worden geslaakt.  

Het is moeilijk te begrijpen waarom de goegemeente zich bedient van motorisch aangedreven materiaal in een tijd, waarin ambachtelijk handwerk zoveel voordelen biedt. Zo korten wij onze 45 meter lange beukhaag met snoeischaren. Dat is anders met de gepensioneerde  buurman ter rechterzijde, die niets liever doet dan de hele dag klussen aan zijn woning. Men kan dit begrijpen als het een bouwval betreft, maar het is een modern huis voorzien van alle denkbare gemakken.  In de loop der jaren heeft hij een dertigtal gereedschappen aangeschaft, die zonder uitzondering met een motor worden aangedreven. Het geraas, geratel en gehak is daarom niet van de lucht.

Elders is dat ook het geval: men tuiniert met apparaten, die doen vermoeden dat men bodemschatten tracht te ontsluiten.

Het werd ons zwaar te moede. Het was genoeg geweest: wij konden niet achterblijven.

Bij een lokale tuinboer, gespecialiseerd in machines, bestelden wij achtereenvolgens een hakselaar aangedreven door een benzinemotor en diverse gereedschappen voorzien van allerlei schakelaars, onder meer bedoeld om de heg  te snoeien en de grond te bewerken. Met grote oorbeschermers op zijn wij thans steeds in de tuin bezig, waarbij wij onze mechanische hulpjes op de hoogste stand het werk laten doen, Het is oorverdovend. We zullen ze krijgen, die herrieschoppers.

Jammer, maar in de tuin zitten is er niet meer bij.

TEKEKST: ERIK ENDICH

Dammen

WESTERHAAR - Afgelopen weekend vond het Anton Jurg sneldamtoernooi plaats, waarbij damliefhebbers van uiteenlopende niveaus de strijd met elkaar aangingen. Het toernooi staat bekend om zijn informelr sfeer, waarbij het fanatisme bij allen de boventoon voert. Het is niet een huis, tuin en keuken toernooi, maar men kan zich via dit toernooi plaatsen voor het NK sneldammen op 14 juni in de domstad Utrecht. Een mooie uitdaging derhalve.

De deelnemers kwamen uit diverse verenigingen en regio’s, en speelden in een strak schema van diverse ronden, elk met een speeltempo van 5 minuten plus vijf seconden voor elke zet. De partijen waren vaak spectaculair en vroegen om scherpte, snel denken en tactisch inzicht. De tijd is immers kort. Al vanaf het begin lieten enkele favorieten zien waarom ze favoriet zijn. Toch waren er, zoals elk jaar, ook verrassingen: enkele deelnemers met niet veel damervaring wisten met gedurfd spel oudere en meer ervaren dammers te verrassen: de charme van het damspel.

In categorie A was Rick Hakvoort heer en meester. Van de twaalf wedstrijden wist hij iefst achtin winst om te zetten en vier eindigden eindigde in remise. De ervaren damtopper Michel Stempher eindigde met  veertien punten op gepaste afstand van Rick. De derde plek was een strijd tussen twee leden van de organiserende damclub Witte van Moort. Gerbrand Hessing en Bert Aalberts verzamelden abeide dertien  punten. Na barrage eiste Hessing uiteindelijk de laatste podiumplaats op.

In categorie B won Jeffrey Steen na barrage tegen Harrie Beekman. Harrie is een trouwe deelnemer van verschillende damtoernooien in de regio. Jeffrey en Harrie hadden allebei 21 punten. Barrage moest dus de winnaar opleveren. Dit was een prooi voor Jeffrey. Hij verdedigde hiermee zijn titel van vorig jaar. Bertwin Letteboer herstelde zich na een stroeve start knap en werd zeer verdienstelijk derde. De categorie C was met veertien deelnemers ruim bezet. Diverse speelstijlen bespeelden elkaar. Op deze manier was er een aantal zeer spannende partijen te zien. Ook waren er verschillende partijen waarin met 1 of 2 schijven voordeel toch nog verloren werd. Zet controle is toch lastiger bij het sneldammen, waardoor men makkelijker in een zetje trapt. Na dertien speelronden won Maikel Schotman met 21 punten. Jan Siegers volgde met twintig punten en Koert Meuleman werd derde met nehen punten. Maikel werd net als Koert vorig jaar nog vijfde Gert Brink wist zich via barrage te plaatsen voor het NK in Utrecht.

Enschede bouwt wijk: achthonderd woningen in't Eschmarkerveld

ENSCHEDE -De beoogde wijk Eschmarkerveld biedt de komende jaren ruimte aan ongeveer achthonderd woningen, met een gevarieerd aanbod: van sociale huur tot vrije kavels en van van starterswoningen tot zorgwoningen. Voor kopers en huurders, jongeren en ouderen, gezinnen en alleenstaanden en mensen met een zorgvraag. Ook is er aandacht voor groen en water. Dat meldt de gemeente Enschede.

Afgelopen week  werd officieel het startsein gegeven voor van de nieuwe wijk waarvoor wethouder Van den Berg het startsein gaf door de onthulling van het bordd als symbolische start van het bouwrijp maken van het terrein in stadsdeel Oost. Het bord is te zien vanaf de Gronausestraat ter hoogte van winkelcentrum Eschmarke. 

De start van het bouwrijp maken van de grond is een belangrijke stap voor Enschede, vindt de wethouder. In Eschmarkerveld bouwen we voor iedereen: starters, gezinnen, ouderen, huurders én kopers. Met achtgonderd nieuwe woningen is Eschmarkerveld één van de grootste uitbreidingen van onze stad', aldus de de wethouder. 'We maken hiermee werk van de grote vraag naar woonruimte.'

 De komende tijd wordt het terrein bouwrijp gemaakt, met werkzaamheden als het aanleggen van bouwstraten, rioleringswerkzaamheden en voorbereidingen voor nutsvoorzieningen. De gemeente begint nog voor de zomer met het uitgeven van grond aan woningcorporaties en projectontwikkelaars. Later dit jaar komen de eerste kavels voor particulieren beschikbaar. In 2026 start de verkoop en verhuur van de eerste woningen. 

De komende tijd wordt het terrein bouwrijp gemaakt, met werkzaamheden als het aanleggen van bouwstraten, rioleringswerkzaamheden en voorbereidingen voor nutsvoorzieningen. De gemeente begint nog voor de zomer met het uitgeven van grond aan woningcorporaties en projectontwikkelaars. Later dit jaar komen de eerste kavels voor particulieren beschikbaar. In 2026 start de verkoop en de verhuur van de eerste woningen. 

Pottenmanie

in onze kennissenkring bevindt zich een aantal volkstuinfans. Zij fietsen regelmatig naar het hun toegewezen stukje van een groter geheel, gewapend met drietand of schoffel. Het plezier dat het geploeter in hun door paardenstront of koeienmest verrijkt stukje volkstuin biedt, is niet aan mij besteed. Ten eerste en vooral, omdat de meeste volkstuinen een verzameling  bouwsels is, opgetrokken uit landbouwplastic en in afvalcontainers gevonden materiaal, kennelijk bedoeld om de daaronder geplante groenten vlot tot wasdom te brengen. Het is een weerzinwekkend gezicht, een klein soort vluchtelingenkamp dat het COA terstond zou afkeuren. Daarbij verrast men de huiselijke kring met zelf geteelde gewassen, die het schap van prijsvechtende supers niet zou halen. Kortom: veel werk voor een schamele opbrengst.

Wij hebben een rommelige tuin met veel bomen en struiken, die vanwege de in grote getalen nestelende vogels nopen tot terughoudend tuinieren. Wij willen die gevleugelde vrienden immers niet storen. Hoe mooi is dat.

Helaas heeft de eega hier iets op gevonden: zij koopt planten en stopt deze in potten. In beginsel biedt dit doorgaans bloemdragend groen een vrolijk gezicht in onze wildernis. Het “helaas” slaat op het ongewone plezier dat de wederhelft ontleent aan de aanschaf van pot-met-plant. De plaatselijke plantenboer is haar dealer en inmiddels kom ik daar vaker dan dat ik de sportvereniging bezoek – en dat laatste is heel frequent. Het is namelijk ongelooflijk hoeveel potten je op een redelijk perceel als dat van ons kwijt kunt. Wel krijg ik zo langzamerhand het gevoel, dat ik door de bloemen ons bos niet meer zie. Omdat de potplanten, potten en zakken met speciaal verrijkte aarde telkens maar net passen in de grootste winkelwagen, moet ik steeds mee teneinde dat voertuig richting kassa te duwen, wat geen sinecure is. Daarna wordt alles in en later weer uit de auto gedragen . Het vervolgens oppotten van het aangeschafte kost hele weekends, waarbij ik doorgaans een enorme zak teelaarde til en mijn vrouw deze vruchtbare grond met kleine handjes in pot en onder de plant aanbrengt.

Misschien is zo’n volkstuin zo gek nog niet. Daar kan ik  schuilen onder een stuk plastic. De groenten haal ik  bij de super.

TEKSTE RIK ENDLICH

Deel dit nieuws!