Rotherrie
In ons particulier vogelreservaat, dat anderen “een teringbende” noemen, zitten wij dikwijls te genieten van onze gevleugelde vrienden. Het kwinkeleert en alarmeert: dat laatste vanwege buurtkatten, die evenwel vakkundig door ons blaffende duo uit de tuin worden gejaagd. We zitten lekker vrij dankzij ons manshoge gewas.
Tot zover lijkt het een idyllisch oord – wat het ook is – ware het niet, dat wij in een buurt wonen, waar driftig geklust wordt. Voortdurend. Dat hoeft geen probleem te zijn, als men in huiselijke kring wat schroeft, met de verfkwast wappert of een rol behang tegen een muur plakt. Maar nee: om ons heen bevinden zich lieden die zich buitenshuis bedienen met apparaten, die een zodanige rotherrie maken, dat onze conservatie zich beperken moet tot het uitwisselen van enkele kreten, die gillend worden geslaakt.
Het is moeilijk te begrijpen waarom de goegemeente zich bedient van motorisch aangedreven materiaal in een tijd, waarin ambachtelijk handwerk zoveel voordelen biedt. Zo korten wij onze 45 meter lange beukhaag met snoeischaren. Dat is anders met de gepensioneerde buurman ter rechterzijde, die niets liever doet dan de hele dag klussen aan zijn woning. Men kan dit begrijpen als het een bouwval betreft, maar het is een modern huis voorzien van alle denkbare gemakken. In de loop der jaren heeft hij een dertigtal gereedschappen aangeschaft, die zonder uitzondering met een motor worden aangedreven. Het geraas, geratel en gehak is daarom niet van de lucht.
Elders is dat ook het geval: men tuiniert met apparaten, die doen vermoeden dat men bodemschatten tracht te ontsluiten.
Het werd ons zwaar te moede. Het was genoeg geweest: wij konden niet achterblijven.
Bij een lokale tuinboer, gespecialiseerd in machines, bestelden wij achtereenvolgens een hakselaar aangedreven door een benzinemotor en diverse gereedschappen voorzien van allerlei schakelaars, onder meer bedoeld om de heg te snoeien en de grond te bewerken. Met grote oorbeschermers op zijn wij thans steeds in de tuin bezig, waarbij wij onze mechanische hulpjes op de hoogste stand het werk laten doen, Het is oorverdovend. We zullen ze krijgen, die herrieschoppers.
Jammer, maar in de tuin zitten is er niet meer bij.
TEKEKST: ERIK ENDICH