De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overijssel laat mogelijkheden kleine kernractoren onderzoeken

ALMELO -  opdracht van de provincie Overijssel heeft de Universiteit Twente een verkenning gedaan naar de mogelijke inzetbaarheid  van kleine modulaire reactoren, die modulair en flexibel inzetbaar zijn produceren elektriciteit en warmte. Ze kunnen daarmee een belangrijke rol spelen in de brede mix van technologische oplossingen die nodig zijn met het oog op de toekomstige energievoorziening, oordeelt het provinciebestuurEr gelden strenge randvoorwaarden voor geschikte locaties: voldoende afstand tot bebouwde gebieden, voldoende constante energiebehoefte en toegang tot infrastructuurkoelwater, transportcapaciteit en het bestaan de elektranet.

De ontwikkeling en bouw vergen een lange doorlooptijd. Met een vergunningstraject en de bouw kan zomaar acht tot vijftien jaar gemoeid zijn, afhankelijk van het gekozen reactorontwerp en de vergunningseisen. Dit betekent dat, zelfs bij een positief besluit op korte termijn, de eerste operationele SMR in Overijssel op zijn vroegst na 2035 in gebruik zou kunnen worden genomen. 

Overijssel kent enkele grote energievragers, zoals industriële bedrijven en de hightech sector, maar beschikt niet over grote industriële clusters zoals in andere delen van Nederland. Dit betekent dat de lokale vraag naar energie een bepalende factor zal zijn bij de haalbaarheid.  De voortgang in Overijssel is sterk afhankelijk van het nationale Versnellingsprogramma, dat zich richt op vergunningverlening, financiering en ruimtelijke inpassing, en geeft zicht op uitgangspunten voor provinciale initiatieven.

De rjjksoverheid heeft opdracht gegeven simulaties uit te voeren om de kennis over de realisatie te vergroten, praktijkervaring op te doen en kansen en knelpunten in beeld te brengen op thema’s als ruimtelijke inpassing, energetische toepassing, vergunningverlening, bevoegd gezag en de bouw, exploitatie van SMR’s en de maakindustrie. Regie en regelgeving liggen vooral op nationaal niveau. Er loopt een onderzoek naar de economische kansen voor de nucleaire sector in Overijssel. Bijvoorbeeld als het gaat om kennisontwikkeling, betrokkenheid van Overijsselse bedrijven bij het ontwikkelen en leveren van componenten. Daarnaast starten we met een onderzoek om een vlekkenkaart op te stellen en het draagvlak in beeld te brengen.

De vlekkenkaart geeft een beeld van mogelijk geschikte locaties in Overijssel op basis van randvoorwaarden die uit de verkenning van de UT en uit het landelijke programma komen. Het onderzoek naar maatschappelijk draagvlak brengt de zorgen en verwachtingen en mogelijke aandachtspunten of zorgen van inwoners en belanghebbenden in beeld. De verkenning van de UT sluit aan bij de Energievisie van de provincie Overijssel, die onlangs door Provinciale Staten is vastgesteld.

Broekhuizen terug naar land der vaderen na periode Twenterand

TWENTERAND  - Afgelopen week werd bekend dat burgemeester  Broekhuizen de gemeente Twenterand verruilt voor de gemeente Het Hogeland en zal daar 25 augustus  worden ingehaald. Broekhuizen werd in 1978 geboren in het Groningse Delfzijl en was sinds september 2020 burgemeester van Twenterand. Voor die tijd was Broekhuizen zes jaar lang wethouder bij de gemeente Heerenveen en ook nog een tijd raadslid in diezelfde gemeente.

Hij keert derhalve terug naar zijn geboortegrond. ‘Dat klopt, aldus de vertrekkend burgemeester. Hij verklaart daarom dat hij zich daar thuis voelt.

‘Het is een gemeente met veel uitdagingen waar je als burgemeester je tanden flink in kunt zetten. Als alles meezit, dan begin ik al op 25 augustus als nieuwe burgemeester van Het Hogeland.’

Hengelo streeft naar toename van ruim meer 'stadfietsers'

HENGELO – De gemeente Hengelo zet stevig in op de fiets, want streeft ernaar  dat minimaal de helft van de verplaatsingen plaatsvindt  met dit rijwiel. Nu nog kiest 41 procent ven de Hengeloërs  ervoor de stad de binnenstad of woonwijk per binnenstad per auto of fiets, maar te bezoeken.

 Dat blijkt uit het het Mobiliteitsplan 2040. Om dit doel te bereiken, is het nieuwe 'Deelprogramma Fiets' opgesteld. In het deelprogramma staan plannen voor de korte termijn (tot 2030) en de lange termijn (na 2030). Het gemeentebestuur heeft recent een  conceptplan vastgesteld. Volgens wethouder Steen moet het een automatisme worden de auto zo min mogelijk te gebruiken. Tegen die achtergrond wil de gemeente investeren in ‘doorfietsroutes’ waaronder de F35 en het voltooien, een gedragscampagne en handhaving.

Ook wil het gemeentebestuur fietsen stimuleren. Met de voorstellen uit dit plan komt heel Hengelo in beweging en zetten we in op duurzame mobiliteit, publieke fietstellers, dynamische reistijdinformatie en een digitaal complimentenbord. concept Deelprogramma Publieke Mobiliteit gedeeld. In een gezamenlijke werksessie worden beide programma’s besproken. Daarnaast blikken we vooruit op de planning van maatregelen en verwachte investeringen. Uiteindelijk wordt de gemeenteraad gevraagd geld voor deze investeringen beschikbaar te stellen.

 

Enschede investeert in talentontwikkeling met steun van provincie

ENSCHEDE - Het gemeentebestuur van Enschede vindt het belangrijk dat de kinderen in Enschede alle kansen krijgen om zichzelf te ontwikkelen door ook cultuureducatie een plaats te geven op de basisscholen. Naast talentontwikkeling zorgt dit voor het leren van vaardigheden zoals creativiteit, kritisch denken en samenwerken. Er werken hiervoor in Enschede (basis)scholen, culturele instellingen en de gemeente, met landelijke en provinciale ondersteuning.

Naast de al eerder met succes aangevraagde vervolgsubsidie vanuit de landelijke regeling ‘Cultuureducatie met Kwaliteit’ voor de periode 2025-2028 vraagt Enschede daarom ook opnieuw subsidie aan bij de provincie Overijssel. Deze subsidie van 87.977,50 euro per jaar uit de provinciale regeling Cultuureducatie Overijssel is ook bedoeld voor de periode 2025-2028.

Met deze ondersteuning zorgen we ervoor dat de ruim 13.500 Enschedese kinderen in het basisonderwijs (en speciaal onderwijs) in de periode 2025/2028 in aanraking blijven komen met cultuur en cultuureducatie van kwaliteit aangeboden krijgen via de scholen. Met de provinciale bijdrage stemmen we bijvoorbeeld vraag en aanbod van scholen en cultuuraanbieders nog beter op elkaar af, verbeteren we het online cultuurmenu, evenals de ondersteuning en advisering van scholen en blijven we de deskundigheidsbevordering van aanbieders en leerkrachten verzorgen.

Met deze ondersteuning  kan de gemeente dat de gemeente als gezegd 13.500 Enschedese kinderen in het basisonderwijs (en speciaal onderwijs) in de periode 2025 -2028 in aanraking blijven komen met cultuur en cultuureducatie van kwaliteit aangeboden krijgen via de scholen. Met de provinciale bijdrage stemmen we bijvoorbeeld vraag en aanbod van scholen en cultuuraanbieders nog beter op elkaar af, verbeteren we het online cultuurmenu, evenals de ondersteuning en advisering van scholen en blijven we de deskundigheidsbevordering van aanbieders en leerkrachten verzorgen.

Nit hard

Schaatsleraar Bertus Braamhaar op de iesbane in Eanske begun elke les met: “Nit hard schaatsen, mear móói schaatsen. Det mu’j learn!” zea-r-e. Volgens um was ‘t vuural krachen spoaren en “oetskeajen met det onbenullige gezweej met de oarme. Det kost allene mear energie. Haande op de rugge, iets duur de knene, nen heanigen slag en heanig beginnen.” Oezelf dus nooit oawerschatten.

Nen heeln aandern tak van sport is zingen in groepsverbaand. Ik weet nit woer de kearls biej de Riessense koren op selecteerd wordt. Mear het geet vaste nit as biej de  skaatsles: nit hard zingen, mear móói zingen. Zol ’t kommen duur de  badkamerbouwers? Dee maakt mooie holle ruumtes en a’j doar begint te zingen deank iej al heel gaauw: “Det kleenkt al geent slech.” Dan wordt ze lid van een koor en dan kriegnt ze ineens heel völle zelfvertrouwen.

Ik beseffe det dit ne echte Riessense kwestie is umdet doar op zöandag de koarken nog vol zit. Doar vaalt het miej op det vuural koorkearls zik duudlik loat heuren. Het hef – volgens miej - nit dreks met de manere van zingen te maken. Jans van de Fieneman (Harmsen) zat twee baanken vuur oons in de koarke. Hee har aaltied biej ’t mannenkoor ezungen en doar hadn ze Jans eleard um alle wöarde heel good oet te sprekken. Biej de Oo’s maaktn hee de lipn zo roond as nen foebal en biej de Aa’s gong een moond tot achter de oorn lös. Min va zea dan: “Jans dut ’n moond zo vear lös, doar kan wal een half brood in.” Mear Jans heurden iej der nóóit boawn-oet zingen. Jans zung as skaatskenloopn: nit hard mear mooi.

’n Oaln Herman Haverkate van de Twentsche Courant maakten eens nen dienst met in de Scheeldkoarke. Hee zat nöast nen vreandelijken kearl. Doar kreeg-e peppermeunten van, mear den kearl zung “als een cirkelzaag”, schreef Haverkate. Miskien nog nit eens vaals, mear wat kearls hebt ’n soort broam an de stemme en den krop oe in ‘t oor. A’j doar op goat lustern, dut ’t gewoon zear. Mear miskien hebt ongeschoolde zangers det van zikzelf heelmoals nit duur. Mear kearls met koorscholing zollen better mutten weetn.

De praktijk is aanders. De leste poar wekken zat ik wier eens in de buurte van kearls dee lid van een koor zeent. Wat onméúnig hard zingen. En iej köant ‘r nit langshen lustern. In de koarke wi-j doar vanzelf gin doonderieje umme maakn. Mear better zol wean een apart vak vuur de harde zingers. Dan hoownt ze zik nit mear te bewiezen teegnoawer de gewone leu. En dan hange viej doar ‘n bröd boawen met: nit hard, mear mooi.

Gerrit Dannenberg

Deel dit nieuws!