De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Verhaal zoonder taal

Het Verhaal van Twente is een gezamenlijk project van De Museumfabriek en Oyfo Techniekmuseum um de geschiedenis en tookomst van Twente te vertellen. Det geet geburen duur beleavenissen en dinge dee nooit earder in ’n kiekerd hebt estoan. Volgens een website van het Rijksmuseum Twenthe is het verhaal van Twente natuurljik nit statisch, want der is altied reuring en veraandering in oonze contreajen.

Publiekshistoricus Marco Krijnsen van de Overijsselacademie hef “Het verhaal van Twente” kort en beundig op-eschrewen. Det was ook de opdracht en hee hef det good edoan. Nen heeln puzzel um alle plaatsen in Twente geleufweardig an bod te loaten kommen. Vanzelf is ‘t van belang de-j good oonderstreept det Twente as gebeed biej mekoar heurt en de leu dit ook zo veult. Vanoet het verleden maakt Krijnsen dee oonderlinge verbaanden good dudelijk.

Oldenzaal as koarkelijk centrum in de middeleeuwen geet ‘t oawer. De waterweagen Regge, Dinkel en Twickelervaart. De haandelsweagen oawer laand en ‘t spoer. De textiel netuurlijk. Hee neumt verestig volksgebroeken as poasveuren en mirreweenterhoorns. En zelfs Ko van Deinse en het Twentse volkslied op de wieze van een Duuts beerversje en de Twente-vlagge met peard de-w leend hebt van Westfalen.  

Eén dinge leas ik nit. Viej kuijert oawer de identiteit van Twente. Biej haandel en bedriewigheid zegge viej zelfs det Twente van oolds stoark verbeunden is met de greansstrekke woer de leu hoaste ‘t zelfde kuijert. Mear taal as identiteitsdreager steet nergens. Ook nit det het Nedersaksisch anjager en smearmiddel wes van de economische ontwikkeling, juust duur en vuur het hele Nedersaksische taalgebied.

Dialectgoeroe Harrie Scholtmeijer van de Overijsselacademie hef in zin niejste book “Waar onze taal weg komt” oet de deuke doan hoe det zit met de “Westfaalse expansie”: een haandel vanoet Westfalen kon zik opnemmen umdet de haandelsleu mekoar konn verstoan. Het Nedersaksisch was de lingua franca van de Hanze. In kleaner verbaand in Tweante woarkt det nog zo.

Der zeent allemoale foele conclusies te trekken oawer dit gat in Het verhaal van Twente. Het gebuurt ook nog te vake. Viej hebt ‘t oawer het Twentse volkslied en det dit roonkende leed in het Hollaands is eschrewen verwoondert oons eagenlijk nooit. Ook nit de-w dit op de basisscholen in het Hollaands hebt an-eleard. In elk geval goa-w as al te bescheaiden Twentse leu nog altied heel todderig umme met een weardig communicatiemiddel as oonze taal én wat dit vuur Twente hef betekend.

Harrie Scholtmeijer en Marco Krijnsen zit mét mekoar op de Overijsselacademie. Tien minuutn met mekoar kuijern is genog um dit of te stemmen. Ik hoolde ’t er op det Marco Krijnsen het hef vot-eloaten um de startnota kort en beundig te hoolden. Want vergetten of met hen-slatern raakt de geleufweardigheid van Het verhaal van Twente.

TEKST GERRIT DANNENBERG

Kok waarnemend burgemeester te Wierden  na vier jaar  Tichelaar

WIERDEN -  De gemeente Wierden krijgt een waarnmemend dburgemeester en de keuze van  commissaris Heidema van Overijssel viel op  Gerrit Jan Kok uit Enschede per 17 juni aan als waarnemend burgemeester van de gemeente Wierden. Deze tijdelijke benoeming sluit aan op het vertrek van burgemeester Tigchelaar. De beëdiging van Kok heeft inmiddels plaatsgevonden in het provinciehuis te Zwolle.

Kok (geboren in 1960 te Enschede) heeft volgens de commissaris een brede ervaring als bestuurder. Tot oktober 2024 was hij nog waarnemend burgemeester van Losser. Daarvoor nam hij het ambt waar in Staphorst en was hij bijna vier jaar waarnemer in Haaksbergen, waar hij te maken had met moeilijke financiële en organisatorische vraagstukken. Eerder was hij gedeputeerde voor de provincie Overijssel, burgemeester van Ommen en wethouder in Enschede.

 Om de continuïteit van bestuur te waarborgen heeft Heidema besloten Kok aan te stellen als waarnemend burgemeester van Wierden voor de tijd dat de burgemeesterspost vacant is. Het besluit om deze waarnemend burgemeester te benoemen is - zoals dat heet in goed overleg tot stand gekomen met een delegatie van de gemeenteraad van Wierden.

 

Fotoconfrontatie

De tijd is dikwijls onbarmhartig: zo ben je in de bloei van je leven, vervolgens ben je maar een paar passen verwijderd van je graf. Toegegeven, het is geen monter begin voor een luchtig stukje. Voorgaande overpeinzingen grepen de eega en mijzelf bij de keel, toen van overheidswege het bericht kwam dat onze paspoorten aan verlening toe waren. Reeds dit gegeven gaf ons te denken, dat de vorige verlenging niet lang geleden was. Blijkbaar wel dus. Een volgende vraag drong zich op: was het nodig om nieuwe foto’s te laten maken?

De wederhelft begon hierover. Zij toonde haar paspoort en vroeg: “Nou? Is het wel nodig om een nieuwe pasfoto te laten maken?” Reeds vele jaren van samenzijn bracht mij tot het onmiddellijke besef, dat ik mij thans in een uiterst benarde positie bevond. Als ik de vraag direct bevestigend zou beantwoorden, dan zou zulks impliceren dat zij er inmiddels evident ouder uitziet. Zeg ik op verontwaardigde toon: “Welneeeee! Je bent geen spat veranderd!” – dan zou de burgerlijke stand-persoon haar wel eens op een schokkende wijze uit de droom kunnen helpen. Daarom repliceerde ik zuinigjes met: “Mmm: ik denk van niet, maar wat vind jij zelf?” “”Ik vind het onzin” zei mijn vrouw afgemeten.

Nu is het lastig om op een pasfoto te zien of jij die persoon nog steeds bent. Sinds het al decennia lang geleden is dat je niet meer mag lachen op een pasfoto (zólang geleden alweer?), sta ik er met dunne lippen op en kijk ik of ik zojuist een keutel heb ingeslikt. “Het is net ‘Opsporing verzocht’” vindt de eega. Nu lijkt eerlijk gezegd haar foto op een vrouw, die denkelijk in staat is om haar gehele schoonfamilie te vergiftigen. Ogen, van zichzelf mooi maar indringend, donkere wenkbrauwen en volle maar toegeknepen lippen: zou men mijn vrouw niet kennen, dan zou het Bonny kunnen zijn, de partner van Clyde.

We gaan toch maar naar de fotograaf. Eerst maar oefenen voor de spiegel.

TEKST: Erik Endlich

Rotherrie

In ons particulier vogelreservaat, dat anderen “een teringbende” noemen, zitten wij dikwijls te genieten van onze gevleugelde vrienden. Het kwinkeleert en alarmeert: dat laatste vanwege buurtkatten, die evenwel vakkundig door ons blaffende duo uit de tuin worden gejaagd. We zitten lekker vrij dankzij ons manshoge  gewas.

Tot zover lijkt het een idyllisch oord – wat het ook is – ware het niet, dat wij in een buurt wonen, waar driftig geklust wordt. Voortdurend. Dat hoeft geen probleem te zijn, als men in huiselijke kring wat schroeft, met de verfkwast wappert of een rol behang tegen een muur plakt. Maar nee: om ons heen bevinden zich lieden die zich buitenshuis bedienen met apparaten, die een zodanige rotherrie maken, dat onze conservatie zich beperken moet tot het uitwisselen van enkele kreten, die gillend worden geslaakt.  

Het is moeilijk te begrijpen waarom de goegemeente zich bedient van motorisch aangedreven materiaal in een tijd, waarin ambachtelijk handwerk zoveel voordelen biedt. Zo korten wij onze 45 meter lange beukhaag met snoeischaren. Dat is anders met de gepensioneerde  buurman ter rechterzijde, die niets liever doet dan de hele dag klussen aan zijn woning. Men kan dit begrijpen als het een bouwval betreft, maar het is een modern huis voorzien van alle denkbare gemakken.  In de loop der jaren heeft hij een dertigtal gereedschappen aangeschaft, die zonder uitzondering met een motor worden aangedreven. Het geraas, geratel en gehak is daarom niet van de lucht.

Elders is dat ook het geval: men tuiniert met apparaten, die doen vermoeden dat men bodemschatten tracht te ontsluiten.

Het werd ons zwaar te moede. Het was genoeg geweest: wij konden niet achterblijven.

Bij een lokale tuinboer, gespecialiseerd in machines, bestelden wij achtereenvolgens een hakselaar aangedreven door een benzinemotor en diverse gereedschappen voorzien van allerlei schakelaars, onder meer bedoeld om de heg  te snoeien en de grond te bewerken. Met grote oorbeschermers op zijn wij thans steeds in de tuin bezig, waarbij wij onze mechanische hulpjes op de hoogste stand het werk laten doen, Het is oorverdovend. We zullen ze krijgen, die herrieschoppers.

Jammer, maar in de tuin zitten is er niet meer bij.

TEKEKST: ERIK ENDICH

Dammen

WESTERHAAR - Afgelopen weekend vond het Anton Jurg sneldamtoernooi plaats, waarbij damliefhebbers van uiteenlopende niveaus de strijd met elkaar aangingen. Het toernooi staat bekend om zijn informelr sfeer, waarbij het fanatisme bij allen de boventoon voert. Het is niet een huis, tuin en keuken toernooi, maar men kan zich via dit toernooi plaatsen voor het NK sneldammen op 14 juni in de domstad Utrecht. Een mooie uitdaging derhalve.

De deelnemers kwamen uit diverse verenigingen en regio’s, en speelden in een strak schema van diverse ronden, elk met een speeltempo van 5 minuten plus vijf seconden voor elke zet. De partijen waren vaak spectaculair en vroegen om scherpte, snel denken en tactisch inzicht. De tijd is immers kort. Al vanaf het begin lieten enkele favorieten zien waarom ze favoriet zijn. Toch waren er, zoals elk jaar, ook verrassingen: enkele deelnemers met niet veel damervaring wisten met gedurfd spel oudere en meer ervaren dammers te verrassen: de charme van het damspel.

In categorie A was Rick Hakvoort heer en meester. Van de twaalf wedstrijden wist hij iefst achtin winst om te zetten en vier eindigden eindigde in remise. De ervaren damtopper Michel Stempher eindigde met  veertien punten op gepaste afstand van Rick. De derde plek was een strijd tussen twee leden van de organiserende damclub Witte van Moort. Gerbrand Hessing en Bert Aalberts verzamelden abeide dertien  punten. Na barrage eiste Hessing uiteindelijk de laatste podiumplaats op.

In categorie B won Jeffrey Steen na barrage tegen Harrie Beekman. Harrie is een trouwe deelnemer van verschillende damtoernooien in de regio. Jeffrey en Harrie hadden allebei 21 punten. Barrage moest dus de winnaar opleveren. Dit was een prooi voor Jeffrey. Hij verdedigde hiermee zijn titel van vorig jaar. Bertwin Letteboer herstelde zich na een stroeve start knap en werd zeer verdienstelijk derde. De categorie C was met veertien deelnemers ruim bezet. Diverse speelstijlen bespeelden elkaar. Op deze manier was er een aantal zeer spannende partijen te zien. Ook waren er verschillende partijen waarin met 1 of 2 schijven voordeel toch nog verloren werd. Zet controle is toch lastiger bij het sneldammen, waardoor men makkelijker in een zetje trapt. Na dertien speelronden won Maikel Schotman met 21 punten. Jan Siegers volgde met twintig punten en Koert Meuleman werd derde met nehen punten. Maikel werd net als Koert vorig jaar nog vijfde Gert Brink wist zich via barrage te plaatsen voor het NK in Utrecht.

Deel dit nieuws!