De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Kloeke stappers

Wij zijn fan van de welbekende Wielrijdersbond. Men verkoopt in de lokale winkel van dit inmiddels megagrote bedrijf divers goed, vooral kleding maar ook reisverzekeringen en boekjes over allerlei denkbare bestemmingen. Onze dochter, steeds modieus gekleed en zelfs in het bezit van kekke hardloopschoenen, meent dat de gevel van die zaak moet worden voorzien van de slogan: “Kleding voor mensen die nooit seks hebben”.

Nu, het moet gezegd: bedoelde shop wordt bijna uitsluitend gefrequenteerd door lieden die hun pensioengelden meebrengen. Daarbij deinzen deze grijsaards er niet voor terug om zich als stel in precies dezelfde vrijetijdskleding te steken. Dat gaat mijn eega en mij te ver.  Hoe het ook zij, de soms wat zure bejaarden die hun belachelijke zuurstokkleurige helmpjes voor een spiegel keuren, het gekeutel met regenkleding en slippers voor in de caravan: wij worden er iebel van.

Enfin, mijn een decennium geleden gekochte ANWB-wandelschoenen vertoonden slijtage, waarna de wederhelft mij tipte dat die club een stel kloeke stappers van mijn maat in de uitverkoop deed. Gecombineerd met onze goldcard – zeg ik met enige gêne – was ik voor vijf tientjes klaar. Als echte Hollanders zochten wij de adviesprijs op, die drie keer hoger was.

Het was tegen sluitingstijd dat ik mij meldde bij een dame die in de winkel bezig was de chaos aan kleding, achtergelaten door de grijze golf, op de geëigende plek te hangen. Ik kwam evident op een tijdstip, dat haar niet paste. Na haar enige tijd aangestaard te hebben mocht ik zeggen waarvoor ik kwam, zij liep een kast in en haalde een doos tevoorschijn die zij mij zwijgend overhandigde. Ik paste het paar en liep over het in de winkel aanwezige plastic  parcours van  hobbels, bobbels en gaten. “Ze passen” mompelde ik. “Wilt u ze hebben?” vroeg het mens. Een merkwaardig vraag, eigenlijk had ik moeten repliceren met de opmerking “Nee bedankt, ik koop altijd schoenen die twee maten te klein zijn.”  Afgerekend en inmiddels laat ik op die bergschoenen onze honden uit. We willen namelijk nog wel eens door een bos lopen.

TEKST: ERIK ENDLICH

Wethouder van Hengelo verruilt politiek voor onderwijs

HENGELO/RIJSSEN - Na acht jaar wethouder in Hengelo te zijn geweest verruimt wethouder Bruggink zijn blik. Hij vertrekt van Midden Twente naar de noordwestelijke kant van de regio want verruilt het hart van Twente voor  een meer centrale plek, met als werkgebied de gemeenten Hellendoorn en Rijssen.

Een van de overwegingen voor zijn besluit om een ' frisse neus' te halen is dat hij toe zegt te zijn aan een nieuwe omgeving, van de politiek in Hengelo. Ook speelde mee dat hij zin heeft in het lonkende perspectief van een nieiuwe uitdaging. Hij is naar eigen zeggen wel toe aan een nieuwe klus, te weten het besturen van middelbare scholengemeenschap Regge. Hij treedt per 1 oktober aan als nieuwe bestuurder van de scholengemeenschap Reggesteyn, die twee vestigingen heeft, te weten in Nijverdal en Rijssen.

meer volgt

 

Saggereainig

In de vekaansie deank ik aaltied an de buschauffeurs. As wich ha-k doar al groot ontzag vuur. Umda-w ginnen auto hadn, zochen min vaa en moo minstens één OAD-dagtocht in de vekaansie oet. Met de busse zi-w wes noar de Westerbouwing, Schiphol-Amsterdam-Artis, noar Flipper in Harderwiek en één keer zelfs nen dagtocht noar Texel.

De wetensweardige dinge dee de chauffeurs oonderweg verteelden, veun ik aaltied heel mooi. Woer ’t ook mear oawer gung, ze twiefeldn noarns oawer. En gin woonder; a-j hele dage op de weg lignt met reaisgezeelschoppen, dan wo-j nen hoop gewoar. Chauffeurs gongen indertied geane met bussen vol grote leu op ‘n trad. Ze kreegn ook vake nen moojn ceant as ze op de terugreaize met de pette vuur ’n chauffeur roond-gungen.

Völle joaren later gong ik met ne klasse möage op excursie noar ‘n Haag. Den chauffeur van toen har doar totaal gin zin an, want hee mos invallen vuur nen zeekn collega. Oonderweg leut-e zinne  saggereainigheaid hoaste onbeskoft blieken.
Biej Hoolten verteelden hee al det-e aanders aaltied allene mear internationaal jachen. Verleden wekke har-e nog met ‘t Nederlaands Elftal noar Praag ewes.
Biej de brugge oawer een Iessel wus-e te vertellen det den knik in de brugge duur ne constructiefoute wes ekömmen en det den bruggenbouwer al een poar joar in ne psychiatrische inrichting zat. Viej keken mekoar an…
Biej Apeldoorn kon-e vertellen det het logo van Van der Valk nen toekan wes, mear det  het reclamebureau doar ne dikke foute met har emaakt. “Want dat logo had natuurlijk een valk moeten zijn, maar die reclamemaker luisterde niet goed en die had alleen het laatste deel van de opdracht verstaan. Van der Valk had gezegd: “Dat logo moet een valk worden, zodat iedereen kan zien dat ie d’r naar toe kan…”
Biej Utrecht jachen de busse langs dee witte deuze op de Uithof woer toen tandheelkunde in zat. In dee witte deuze zatten zwarte raams, dee verwezen noar de tandheelkunde. Oonzen chauffeur wus det dit gebouw “in de volksmond de ponskaart wordt genoemd. Daar lijkt het ook op, maar sterker nog: de ponskaart is dáár ook uitgevonden. Vandaar.”

Toew ’n Haag injachen gaf-e oetleg oawer het Haagse gemeentewoapen met ‘n ooievaar. “Dat komt door de inwoners van Den Haag: hoog op de poten, dun in de veren en met een grote bek.” Heel eawen heul-e zik stille en toen köm zinne verkloaring: “Dat is bedacht door de Rotterdammers om die kakkige Hagenezen te pesten natuurlijk. Dus dat was wel even een druppel op een gloeiende plaat…”

De excursie kon nit mear kapot.

TEKST: GERRIT DANENBERG

 

Gerrit Dannenberg

BBQ

De mens is een omnivoor:  de rudimentair aanwezige hoektandjes wijzen op het verscheuren van een buitgemaakte prooi. Dat we ook wortels naar binnen schuiven is te zien aan onze maalkiezen. Kortom, we waren en zijn verzamelaars van tenminste een paar schijven  uit het totaal van vijf.  De vleeskeuze is evenwel niet onomstreden. De gedachte dat zo’n miljoen boerderijdieren dagelijks een enkeltje slachthuis ondergaan is immers lastig te verteren.  Niettemin eten wij bij de obligate groenten en een paar aardappelen ook een stukje vlees. Om het bezwaarde gemoed te sussen is dat vrijwel altijd scharrelvlees. Aldus zien wij voor ons geestesoog dieren, die zich ip woeste gronden bevinden en desgewenst in modder of tussen het klaver wentelen.  Het gezamenlijke vervoer in een truck richting einde zien ze wellicht als een gezellig uitje. Aanvankelijk dan.

De kennis die afgelopen zaterdagavond zijn verjaardag vierde, had bedacht om een barbecue te organiseren. De zon scheen en bleef dat volgens de verwachting voorlopig zo doen, dus zaten wij met zijn familie en een enkele kennis naast een kennelijk bij de klussenboer gescoorde bak met rooster, waarin briketten lagen te gloeien. Lappen vlees in diverse vormen en uitvoeringen gingen op dat rooster.

De eega vertrouwde het garen van het vlees niet en knabbelde op een enkele olijf en smeerde de karig aanwezige tapenade op een toastje. Ik daarentegen kreeg dankzij de geregelde aanvoer van varkens- en runderonderdelen een nauwelijks te verteren hoeveelheid vlees. Dat komt ervan als je een kennis niet voor het hoofd wil stoten en daarbij moeizaam “neen!” kan zeggen.

Eerlijk gezegd levert een dergelijke maaltijd een soort van Russisch roulette op: het aangebodene is of zwartgeblakerd of tamelijk rauw – en doorgaans zijn deze eigenschappen in één stuk vlees verenigd. De buitenkant is verbrand en de binnenkant heeft de textuur zoals deze bij de aanschaf van het vlees had. Niet alleen door de zon maar ook vanwege het risico dat ik behept raakte met op hol geraakte ingewanden en  daardoor mogelijk een gedwongen ziekenhuisopname deed het zweet van mijn gelaat parelen.

Gelukkig is het goed gegaan.  Al heb ik ons toilet langdurig bezet gehouden.

TEKSR: Erik ENDLICH

Ontsnapping

Wij, te weten de eega en ik, mogen graag een goede film zien. Deze onderscheidt zich van de mindere filmprent door het geloof van de kijker. Ziet deze acteurs die de realiteit dicht weten te benaderen, dan heeft de toeschouwer de illusie dat het echt is. Hoe het ook zij, ik kan mij  persoonlijk niet los maken van de gedachte, dat wij kijken naar gewezen toneelstudenten die iets naspelen en daar een inkomen uit generen. Bedenkt men tevens dat er cameralieden, geluidslui en een regisseur omheen staan, dan is de lol er terstond af. Het is slechts fake.

Met sport is dat vanzelfsprekend anders; hoewel ook hierbij geld een rol speelt, doen atleten  hun stinkende best. Wellicht is voetbal een uitzondering, daar ook hier mening acteur actief is en vooral in het doelgebied van de tegenstander omstandig en zonder aanwijsbare reden ter aarde stort, daarbij luid misbaar makend. Ook hierbij wordt mijn ergernis gevoed.

Bij de Tour wordt ik geen moment in de verleiding gebracht om te twijfelen aan de oprechtheid van de coureurs. Je kijkt naar puur drama zonder het gevoel dat je bedonderd wordt. Ik volg steeds de etappes  ( het voordeel van een werkloos bestaan) en staar gefascineerd naar demarrages, sprintgeweld, klimgeiten, de fraaie Franse natuur en zij, die snoeihard tegen het asfalt stuiteren. Dat laatste is bijna voelbaar en het is hartverscheurend  te zien dat de bloedende renners vervolgens op hun fiets stappen. Waar voetballers via een brancard uiteindelijk in een ziekenhuisbed belanden, daar fietsen deze frêle mannen doodleuk met 60 terug in het peloton.

Dit uiterst fascinerende fietsgeweld laat mij geen minuut los. Waar ik gewoon ben – en geleerd heb – om mijn sprekende wederhelft nauwgezet aan te horen en adequaat te antwoorden, ben ik mij tijdens de Tour nauwelijks bewust van een lichte brom op de achtergrond, die naar ik later begrijp afkomstig is van mijn vrouw, die tevergeefs mededelingen doet.

Het is een ontsnapping waar ik in zit. Want de Tour wacht op niemand.

TEKST: ERIK ENDLICH

Deel dit nieuws!