Zelfvoorspelling
Het voorspellen van het weer is vanzelfsprekend voorbehouden aan het KNMI en buitenradar. Toch valt daar het nodige af te dingen. Wie als ik steeds het achtuurjournaal kijkt en derhalve ook het weerpraatje meekrijg, wordt als Tukker doorgaans slecht bediend. De weervrouw en -man benoemen de verwachte situatie in het westen des lands, zeggen iets over Limburg en Zeeland en benoemen de overige streken als “Het noordelijke deel van het land”. Niet zelden bedekt de bovenste deel van het lichaam van de voorspeller zowel Twente als de Achterhoek. Aldus blijven deze streken onderbelicht en overigens komen ook bijzonder sporadisch foto’s voorbij die onze dreven tot onderwerp hebben.
Deze metrologische verwaarlozing van de Oosthoek noopt ons de voorspelling in eigen hand te nemen. Letterlijk door te voelen hoe de neerslag is, maar meer in het bijzonder bedoel ik het kijken naar het wolkendek, de windrichting in ogenschouw te nemen en een gevoel voor luchtdrukwijzigingen te ontwikkelen. Kortom: vertrouw op de natuur.
Tot de vele talenten van mijn wederhelft behoort deze basale vorm van weersverwachting. Zij kijkt richting zwerk, beoordeelt de windkracht en – richting en zegt dan: “Laten we nu de honden uitlaten. Over 43 minuten gaat het regenen.”
Heel curieus, maar ze zit er nimmer naast. Vooruit: vorige week had ze het over 17 minuten alvorens er sprake zou zijn van neerslag, maar het waren er 16. Kan gebeuren.
Ik probeer het ook, maar faal steeds jammerlijk. Ik zie hoe donkere wolken zich samenpakken, waarna ik mij hul in een regenpak en dan ook nog een paraplu meezeul. “Onzin” zegt de eega dan, opwaarts blikkend. “Het gaat over. Krimpende wind en cumulus interpares. Laat die spullen thuis, lang sukkeltje van mij!” Dat laatste is mijn koosnaampje. Maar ze had gelijk. Terwijl ik zweette in dat pak, liep zij monter en zonder jas in een zonnetje.
Het is dus geen sinecure hoor, die zelfvoorspelling. Het zal er mee te maken hebben dat mijn huisgenote vroeger aan de rand van Enschede woonde en, verblijvende op het veld, uit lijfsbehoud de weersinvloeden leerden interpreteren. Deze jongen speelde in het bos, waar lover het zicht ontnam en je droog hield. Vandaar.
TEKST: ERIK ENDLICH