Overigens MCXXXXXXXXXXVI

Bij de spoorwegovergang I

Net over het spoor in de Ten Catewegweg gingen fietsten we naar de familie Ten Cate. Mijn ouders, mijn broer en ik. De jaren zestig. Ik denk halverwege dat decennium. Ik zal een jaar of acht zijn geweest. Mijn ouders en de Ten Cates  waren bevriend, ik heb geen idee waarom, maar ze kwamen over en weer op visite en broer en ik fietsten mee.

Fietsend op visite, ik vind dat nog steeds typisch de jaren zestig, visite, net zoiets als maandag wasdag en woensdag  peyton place. Ik ging naar mijn jongenskamer. Kaarten deed ik met jongens uit de buurt, net als voetballen op het veldje bij de twee eiken, stoepranden bij Schartman en nerveus doktertjespelen in het steegje tussen Corden en Klinge.

Tot de Ten Cateweg heb ik me altijd aangetrokken gevoeld. Omdat het de weg was naar een nieuwe wereld die ik nog helemaal moest ontdekken. Ook heb er dierbare hernneringen liggen, alles met gezonde nieuwsgieriheid die me nooit heeft verlaten. En dat vanwege het bezoek met mijn ouders en broer aan de familie Ten Cate aan derzelfer weg.