Overigens MCXXXXXXXXXXV
We tellen af... En wachten op de bedoeling. Wat we weten niets, zo zijn we genboren en zo zijn we gebleven. Hooguit valt er iets te vermoeden. Van smurrie en drek. Of van vreugde en geest.
Het is altoos aftellen, elke dag opnieuw. En dan nog de nacht tot de ochtendstond. We tellen de dagen en we waken de nachten. En prakkezeren over hoe het kwam en, a, hoe het verder moet.
Misschien is het wachten de bedoeling.