Overigens MCXXXXXXXXXXI
Er zijn een paar bomen waar ik altijd bij terecht kan als het nodig is. Het zij bomen troost. Ik praat er niet mee en omhels ze evenmin. Ik ben Irene von Lippe niet. Het gaat me om de vorm. Vroeger klom ik er vaak in. Het liefst bij nacht en het allerliefst met een oneindig rijke sterrenhemel. Als ze bestond zou God naar me zwaaien. Net zoals vroeger.