De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens MCXXXXXXXXXVII

Nachtvlinder, ik kwam het woord vanmiddag tegen in een gedicht, getiteld 'De schreeuw van de nachtvlinder', maar zonder de naam van een auteur. Het voerde me van associatie tot asscociatie en ik kwam uiteindelijk uit bij een hilarische avond met Johnny de Selfkicker, die eind jaren tachtig ook over een nachtvlinder oreerde. Ik heb een van zijn intrigerende zinnen op een sigarendoos geschreven en voel nog de kracht van het woord dat mijn verlangen bespeelde.

Een optreden voor een man of tien, misschien wel vijftien, bij cafĂ© Het Zuiden aan de Bornerbroekseweg. Anderhalve man en een paardenkop. Het lezen van een gedicht, de herinnering aan de Selfkicker, maar geloof het of niet,  ik weet dat het waar is, dat ik vanavond had ik een nachtvlinder op bezoek had, geklit aan op het tuinraam. Toeval bestaat, ook al wordt het minder, maar dat is met alles zo. En dat nu maakt het vlinders meer dan ooit en dus hard nodig zijn.

Ik lees nogmaals, dat gedicht: een fladderende vlinder/vlucht schichtig in het avondrood/achtervolgd door de vliegende dood/ ondervindt hij op zijn weg veel hinder/ geen weerstand en geen kracht/de dood komt steeds dichterbij/ zweeft vol van furie en razernij/ op zoek in deze enge rode nacht/grijpt hij gulzig zonder… hinder/ mijn hart stond stil, hij was verloren/ het werd stil, niemand kon nu nog iets horen/ of toch...enkel het geschreeuw van onze vlinder!

Deel dit nieuws!