Oekraïne totaal (elegie)
1
Ja, en toen? En toen, mijn kind, bleef er niets over dan bulderzangen voor de eenzaamheid. Afgekloven botten. Al het mensenvlees verschroeide, de aarde ook.
En toen mijn kind vroeg jij naar het waarom.
En ja, toen wist ik het ook niet.
2
Met een vlinder terug naar de tijd dat niks mogelijk leek dat later toch mogelijk bleek. Het was de gele luzerne in mijn tuin die is wat en tuin moet zijn, namelijk rommelig, met liguster voor vogels, bolgrond van vorig seizoen jaar voor de humus, kamperfoelie voor voor de geuren en de bestuiving, natuurrot voor de kruipers en rozen voor elk deel van het geheel.
Nu de colias hyale zich heeft laten zien, kan de lente beginnen. Natuurlijk, elk aankondiging van een begin is een voorbode van het einde, maar dat is de gang der dingen bij alles wat leeft. Het komt en gaat en is daarom het leven waard. We kunnen noch hebben anders dan de natuur biedt. De eeuwige lente in het aanschijn in het aanschijn van de Kapoeres. Ja, en toen? En toen mijn kind bleef er niets over dan bulderzangen voor de eenzaamheid. Afgekloven botten. Al het mensenvlees verschroeide, de aarde ook.
En toen mijn kind vroeg jij naar het waarom.
En ja, toen wist ik het ook niet.
3
In die dreunende stilte daar. Bij de bonkende zwijgers in het godverlaten land, waar de tirannen het onschuldig bloed gebruiken om hun koude handen in te wassen, daar kun je het zien. Muren van vlees. Ogen vol angst. Bussen vol kruit. De ampen van de dood
Wat resteert is een onleefbaar land, met de herinnering aan broden en wijnen, de smaak van liefde, de macht van kunst.
En toen mijn kind vroeg jij naar het waarom.
En ja, toen wist ik het ook niet.