Overigens MCLXXXXX
De mooiste wegen leiden naar nergens, maar je weet dat je toch ergens uitkomt. Dat is de charme. Wat wel helpt onderweg is dat je al je angsten, al je vragen en al je verlangens meeneemt. En dat je waar nodig, dat is te pas en te onpas, je jezelf overgeeft aan wat voorbij komt, in lang-uitgestrekte loomte of in de schoonheid van de schijn.
Ik hou net zo veel van de bossen als van de heide, van de kale bomen aan einders die nergen eindigen als van de luchten waarin Jacob van Ruysdael huist of de kimono waarn het meisje van Breitner schimmert. Zo doet het Twentse land mij denken aan de tuin van mijn ouderlijk huis waarin ik vaak op in het gras lag om de wolken te duiden.