Overigens MCLXXXXXVIII
Bij de haard... Dat is lang geleden. Ik herinner me nog de haard die we hadden in het eerste huis waar ik de eerste vijf jaar van mijn leven met mijn moeder,vader en broer woonde. Uren kon ik naar dat spel van die vlammen achter mica kijken. Fantaseerde me de wereld. Daar reed ik met dinky toys rond, bij dat vuur hérvertelde ik de Tup- en Joep-verhalen de 'juffouw' eerder die dag had verteld. Mijn opa en oma haen er ook zo één, zo'n haard..
Niet alleen mijn liefde voor verhalen stamt uit die tijd, ook de liefde voor oude kachels met micaglas. Na het overlijden van mij oma vroeg ik die kachel, die ik van mijn opa kreeg. Bij die kachel in mijn klopjeshuis heb ik zo menig keer gezeten toen ik, net begonnen bij de krant, tot midden in de nacht de dag liet passeren. Bij die haard ontving ik bezoek en speelde zich mijn leven af, als ik niet de klok rond op de redactie of in de kroeg zat.
De haard is verdwenen, geen idee waar naar toe. Dat komt doordat, toen ik zeven jaar geleen een paar maanden moest revalideren bij Het Roessingh mijn huis werd aangepast. Ik heb het overleefd, de haard niet. Alles kachelt achteruit. Mij blijft in elk geval het lot van Willem Elsschot bespaard, die zijn leven bij de haard overpeinst: 'Zo gingen jaren heen. De kindren werden groot en zagen dat de man die zij hun vader heetten, bewegingloos en zwijgend bij het vuur gezeten, een godvergeten en vervaarlijke aanblik bood.' Ik heb die haard niet meer, maar dat is ook niet langer nodig, want in mijn hoofd wonen ze eeuwig, het huis en de haard.