Overigens MXXX

Er stond een kind, ik dacht een meisje, voor het raam van de slaapkamer Jalinkstraat 36, met de neus tegen het raam gedrukt. Het huis waar ik van mijn vierde tot mijn zeventiende woonde. Het raam van de slaapkamer waar mijn broer en ik sliepen. Het raam waar ik in mijn slaap des avonds een keer uitsprong omdat ik dacht dat ik van een duikplank in het zwembad moest springen, zoals elke ochtend op het Wendelgoor. Nog een geluk dat we in dat zwembad sprongen en niet doken.

In de Jalinkstraat ken ik nog alle bewoners, maar het probleem is dat de meesten er niet meer wonen. Ik som woordeloos op. Draaijer, Korf, wij, Kunst (later Pierik). Vrolijk en Corden. Aan de overkant Boom, Leunge, Dokters, Berkel, Stam, Mateman, Leideman, Martens en vier die me zijn ontschoten, op Steijn na. Ach, die straat, de jaren van onschuld. Ik dacht vandaag aan dat meisje voor het raam van de slaapkamer van mijn broer en mij. Als ze maar geen zwemles heeft, bedenk ik nu.