Raad van State wil pas op plaats bij vernatting Engbertsdijkvenen

WESTERHAAR/KLOOSTERHAAR - De provincie Overijssel en haar natuurhoedende organisaties, waaronder Landschap Overijssel, moeten een pas op de plaats maken met de zogenoemde vernatting van het Natura 2000-gebied Engbertsdijksvenen bij Westerhaar in Twenterand en Kloosterhaar in Hardenberg. Dat blijkt uit een uitspraak van de Raad van State.

In zijn uitspraak stelt het hoogste rechtscollege dat opnieuw moet worden gesproken over de gang der dingen in het gebied teneinde te voorkómen om dat onherstelbare schade wordt aangebracht, en dan gaat behalve om de bijzondere flora en fauna in de Engbertsdijkvenen, maar ook over de bedreigingen voor de landbouw in en bewoning van delen van het gebied. Zij hebben vooral last van de vernatting, die ten koste gaat van de oogst en die kelders van woningen/boerderijen onder water zet.

Het nut van het vasthouden van water is volgens provincie en natuurorganisaties hertstel van het eeuwenoude hoogveen, en natuurwaarden met Europese bescherming. Daar stellen landbewerkers, onder wie boeren, tegenover dat het boterzacht is dat het hoogveen zou herstellen bij vernatting van de Engbertsdijkvenen. Volgens de Raad van State moet inderdaad eerst meer duidelijk worden welke maatregelen welke effecten hebben. Het laatste woord is nog niet gesproken.