Van den Berg begrijpt gang moskee Enschede naar Raad van State

ENSCHEDE - Het bevreemdt BBE-wethouder Van den Berg van Enschede geenszins dat het moskeebestuur in de stad naar de Raad van State stapt om een besluit van de gemeenteraad ongedaan te maken. Van den Berg was namelijk voor de verrijzenis van een nieuwe moskee in Enschede te bouwen ter vervanging van de huidige gebouwen aan de Ledeboerstraat en Atjehstraat. De moskee zou in combinatie worden gebouwd met een Turks Cultureel Centrum.

Na veel overleg over het aantal en de aard der activiteiten, over de verkeerssituatie (parkeren) in de directe omgeving en de bezwaren van winkelbedrijven en bewoners stelde het college na veel aanpassingen van het plan de gemeenteraad voor in te stemmen, maar dat gebeurde niet, want tot verrassing van velen, ook in de raadszaal, stemde het gemeentelijk parlement tegen de bouw, waar zich eerder een meerderheid aftekende. Met name wekte het verbazing dat in de coalitiepartijen raadsleden tegenstemden van VVD en - met name - BBE, de partij van Van den Berg.

Tegen deze achtergrond ziet het moskeebestuur aanleiding om de rechtsstatelijkheid te laten toetsen door het hoogste rechtscollege hier te lande. Bij de lokale omroep komt Van den Berg aan het woord: 'Ik ben niet verrast. Ik vind het niet meer dan terecht.' Wel zegt de wethouder het raadsbesluit te respecteren, maar ook: 'Het moet een keer afgelopen zijn. We hebben er geen zin meer in. Dan maar een rechtszaak.' Het college zal volgens Van den Berg het afwijzende besluit van de gemeenteraad van commentaar voorzien naar de Raad van State sturen. Hij wijst er wel op dat de raad zijn besluit kan herzien. 'Dat is wel een optie geweest en dat blijft ook zo.'