De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CMLXIII

Ik zag een hert in het wild, een hert in de doorbraak, een doorbraak in akkerland.  Het hert keek naar mij, ik dacht dat het knipoogde, dat het knipoogde naar mij. Het hert richtte zich even op, richtte zijn ogen op mij, ik zag kleurverschillen in de vacht, in de vacht zo nabij.

Je hoort wel eens zeggen dat dieren geen mensen zijn, maar gek toch dan, dat mensen wel dieren zijn.

Als ik mijn ogen sluit, zie ik mijn oma, mijn oma in een keizerlijk gewaad, een gewaad vol bloemen, o zo vol bloemen, want daar hield ze van, bloemen uit de eigen hof, die haar de benauwheid deden vergeten, de benauwdheid op de borst, op de borst  zo goed als versleten.

Ik hoor mezelf soms zeggen, dat mensen dieren zijn, mijn oma ook, het hijgend hert der jacht ontkomen. 

Deel dit nieuws!