De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CMXLIII

En toen... wie sterft is niet weg maar onzichtbaar.  Ik zie nog af en toe 'mijn eerste dode. Dat was oom Jan, een hulpprediker, die naar huis van de Vader ging, een huis met vele woningen. Daarna volgde mijn oma, die na een leven van benauwenissen met de dood een oneindige rust kreeg. Dat kwam veel dichter bij, niet het gemis, want de dood kan ook een bevrijding zin. Ik herinner me nog precies hoe ze daar lag. In een blauwe japon, zo staat me bij. Een keizerin van de vrede. Daar ervoer ik dat wie sterft niet weg is, maar aan het oog onttrokken. Kan zomaar niet waar zijn, maar de gedachte alleen al is de moeite waard. De astma voorbij.

De dood van mijn ouders, binnen vijf jaar beide gestorven en begraven, was vooral voor hen een bevrijding, want mijn vader was ziek en mijn moeder daarna eenzaam  Ik weet verder niet zoveel meer van die begrafenissen, al moest ik spreken in kerken waar ik verder weinig kom.  Ik ga bij gelegenheid liever naar de graven mijner ouders, grootouders en vrienden. En nog een aantal van de tot stof wedergekeerden. Ik geloof in een leven en dat is dat je onzichtbaar wordt. Je sterft pas echt als de laatste herinnering aan jou oplost. Tot dat uur is dood louter onzichtbaar: 'Avec le temps' van Leo Ferré en 'Alles waar je echt van houdt' van Robert  Long.

 

Deel dit nieuws!