Overigens CMVII

Elsbeth Etty gaat de biografie van Hugo Brandt Corstius schrijven. Ik zie nu al uit naar dat boek, want ben bijvoorbeeld benieuwd naar de jeugd van de man die ook Piet Grijs was, en Battus, Stoker, en Maaike Helder, dan beperk ik me nog. Ik ben Jan Eter niet. Ook moet ik als het over Piet Grijs gaat, wat trouwens steeds minder het geval is, aan professor Wouter Buikhuisen denken. Dat had trouwens ook een pseudoniem kunnen zijn, maar Buikhuisen was een slachtoffer van een pseudoniemenman. 

Het hoogtepunt in 's mans oeuvre acht ik 'Opperlandse taal- en letterkunde' dat ik overbodig vind én machtig mooi, doch des nachts altijd onder handbereik heb. De taalvirtuoos en treiteraar uit aandrift stotterde trouwens oemeunig. Ik kwam in mijn schooljaren wel eens bij Arti te Amsterdam, waar elke vrijdagmiddag werd gediscusieerd over God en de Hele Wereld, door Henk Hofland, Harry van Wijnen, Joop van Tijn en Hugo Brandt Corstius, met op de achtergrond bierglas- en biljartgeluiden.

Schone tijden in adolescentiejaren. Geen belangrijker sentiment dan dat uit de jaren van ontluiking. Ik zie uit naar de biografie die Etty gaat schrijven. Ik vind trouwens dat er ook een biografie van Etty moet komen. Ik bewaar al tien jaar een taalanekdote waarin ze betrokken is en die ik ontleen aan een ingezonden briefje in NRC  Handelsblad. Daar komen op een vierkante centimeter meer helden mijner jongelingsjaren bijeen, onder wie grootheden als Karel van het Reve en Ischa Meijer - allen gekend.