Overigens DCCCLXXXVII

De roodborst en de merel zijn hofminnaars die het in Nederlandse tuinen goed naar de zin hebben. Dat geldt zeker voor wat rommelige (liever gezegd wat minder strak aangelegde) tuinen als de mijne, waar weliswaar in de zomer rozen bloeien en de geur van lavendel zich mengt met die vankamperfoelie, maar waar het ook barst van wat onwetenden onkruid noemen. Ik wil nu snel de fiets weer bestijgen.

Als ik zoals vandaag op die paar vierkante meter de eerste merel spot en niet lang daarna de eerste roodborst, dan weet ik dat de het leven als last spoedig plaatsmaakt voor het leven als lust. Het zijn vertouwde dieren die de lente aankondigen. Iik weet niet of ze in de buurt of op een ander continent overwinterden, beide opties zijn mogelijk, zeker vooral de merel kan hier goed overwinteren, maar ze zijn er weer.