De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCCCLXIV

Het donkerde al en het zal tegen half zes zijn geweest. Ik stond aan de straatweg naar Nijverdal, waar ik niet over mocht. Hoe gek het ook mag klinken, maar ik kan mezelf nóg zien staan. Zoals ik daar heel vaak stond. Een jaar of vier was ik, hooguit vijf.

Ik keek altijd de straatweg af bij links 't Nönke en rechts kapper Wout Wijnen en daarnaast schoenenwinkel Nijhuis. En 'kraantnfreek 'met zijn keeshondje. Oversteken mocht ik niet. Aan deze kant van de  straat moest ik wachten, anders zwaaide er wat.

Ik meen nu nog soms, dat als ik daar in de buurt ben, nog de geuren opsnuif die ik toen rook, van het Eshuis en de Export. En van de boemelman die zo werd genoemd, begreep ik later, omdat hij vaak net iets te lang bij café Wolters had verpoosd.

Het zijn weer dagen dat het vanaf een uur of vier donkert, maar ik rook er vanmiddag niks meer, alles weg. Ik hoefde er ook niet te wachten op de man die met de trein uit Enschede kwam, die man die mijn vader is, en die is dit jaar exact twintig jaar dood.

Deel dit nieuws!