De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCCCXXVII

Ik geef je een roosje, m'n Roosje. / Ik geef je een roos elke dag. / En ik hou van jou tot de wei zonder dauw. En de echo niet lacht om een lach. Natuurlijk is dat een mooi lied, mede doordat het werd gezongen door Conny van den Bos, maar sinds kort zit ik toch over die derde zin te breken, want hoe kom je 'tot de wei zonder dauw', en nog ingewikkelder: hoe kun je daar nou van houden?

Zelf had ik er nog nooit bij stilgestaan, hoewel het een klassieker is, althans, voor mensen die zoals ik niet alleen muziek en tekst niet alleen goed vinden als het Engelstalig. Van de week vroeg iemand aan de Nachtzuster van Radio I wat die zin betekent. Bij een wei mét of zonder zónder dauw kan ik me wel iets voorstellen en ik vind op basis van eigen ervaring dat ze met dauw bekoorlijker zijn.

Ondertussen herinner ik mij bedauwde gedachten aan zomernachten in weilanden met nevelflarden als lakens, die verdruppelden tot hemelwater toen, maar dit eindigt in een onmogelijke zin... 

 

 

Deel dit nieuws!