De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

DCCCIII

Een eerste mooie bijkomstigheid van op de rand van de dood hebben gestaan en dat kunnen navertellen is dat je kennelijk aan de zeis van Magere Hein bent ontkomen. De tweede is dat de dood niet of minder angst inboezemt. Dood moeten we hoe dan ook (de weg van alle vlees) en daar kunnen we ons dus beter bij neerleggen. Voor zowel het leven als de dood geldt dat het een kwestie is van toeval en geluk en niet te vergeten medische vooruitgang.  Met een blindedarmontsteking kunnen 'ze' heden ten dage meer dan met hartverzakking of hersenverweking. Voor elkeen geldt: wees blij dat je er bent, want je bent er maar al te vaak bijna geweest. Dank die Magere Hein dus maar.

Ik kom hier op omdat ik met iemand van vroeger over nu sprak. Hij zei dat ik wel gelukkig zou wezen de dans te zijn ontsprongen en beducht voor een tweede aanval. Ik zei angst noch vrees te hebben voor de dood, nog minder dan voorheen. De man wie ik sprak zei doodsbang te zijn. De naam van Bloem viel. Ik raapte hem op. 'Denkend aan de dood kan ik niet slapen, / En niet slapend denk ik aan de dood, / En het leven vliet gelijk het vlood,/ En elk zijn is tot niet-zijn geschapen.'

Zoals wel vaker een beroemd gedicht dat niet anders bewijst dan dichterlijk onvermogen. Open deuren-poëzie. Mijn ontmoeting met iemand van vroeger sloten we af met de afspraak dat we binenkort op een terras in Hengelo weer'es wat moeten drinken. Als het Corona behaagt...

Deel dit nieuws!