Overigens DCCXXXVIII

Bij de Poort van Twente van de kleine generaal.

De eigenaar ziet eruit als Napoleon en is bovendien een Aparte Boon. Een stem als een orgel, met alleen hele noten, klein van stuk, maar met de woestheid van de verovering, die hem van het Bondshotel tot Poort van Twente bracht. Als zoon van een buitenstedelijke molenaar beklom hij het Schild bij Koenderink waar hij het vak leerde als hoeder der hongerenden en dorstigen.

In zijn rusteloze hart huist ook bij hem de goed verscholen angst voor een Waterloo. Toen enkele jaren terug twee Bonen uit de Coulissen traden om hem te komen vertellen dat aan de op spuugafstand van de Poort van Twente gelegen A1 de Toekan van Van der Valk zou neerstrijken. ‘Alles kuppot, alles noar de klootn’, stiet hij uit, zich bewust van een gang naar Sint Helena.

Henkie, het was een grap, en een zeer geslaagde.