De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCXCIX

Vanavond viel in een gesprek over wilgen een walgen in Fleringen het woord kletskop. De man met wie ik sprak bedoelde een kletskous. Het gesprek ging zoals mannen op zekere leeftijd gaan praten over jaren her. Meer precies over Hennie Koopman, een eeuwigheid of daar in de buurt komt geleden was Koopman correspondent van de krant, gezicht, aanspreekpunt benevens schaduwburgemeester, zo'n corrrespondent waar er vele van waren, in elk dorp één. Hennie hield domicilie in clubhuizen, kerken en kroegen. Eens per half jaar bezocht ik hem voor wat nu een evaluatiegesprek heet, maar toen een potje biljarten bij Booijink.

De man met wie ik deze avond sprak kende Hennie Koopman ook nog wel. 'Ne kearl van vrogger, man man, wat ne kletskop.' Ik zei dat hij 'kletskous' bedoelde. 'Zo', riposteerde hij, iej we't dus nog steds alns better.' Het leek me niet de gelegenheid hem tegen te spreken, ook omdat kwaadspraak vaak kwaadsappigheid lossputtert. En dus zei ik te vermoeden dat hij 'kletskous' had bedoeld.  Wah zeg stoe noe?', vroeg hij. En ook: 'Ik zegge wa'k wil zeg'n. En wat-is-ter mis met kletskop?' Ik legde uit dat we mijn grootmoeder indertijd 'oma kletskop' noemden, want lekkerder kreeg je ze nergens. Ach, was Hennie Koopman er nog maar.

 

Deel dit nieuws!