Gewezen leidsvrouw Boon van No Hero directeur Buurtspoorweg

BOEKELO/HAAKSBERGEN – Voor het eerst in zijn bestaan krijgt Museum Buurtspoorweg in Haaksbergen een directeur. In deze functie heeft het bestuur de gewezen directeur Boon van het museum No Hero bij Kasteel Twickel te Delden benoemd. Voor ze aan dit korte avontuur begon was Boon jaren verbonden aan het Rijksmuseum  Twente te Enschede. Ze is de eerste directeur van Museum Buurtspoorweg. Het museum, dat met 35.000 reizigers per jaar tot de grootste musea van Oost-Nederland behoort, wordt financieel gesteund door de gemeenten Enschede en Haaksbergen. Haar streven is het museum ook toegankelijk maken voor bezoekers buiten de zestig reguliere rijdagen die het museum gemiddeld telt. Met dit doel voor ogen komen in het historische stationsgebouw te Haaksbergen en op het emplacement in Boekelo nieuwe tentoonstellingsruimtes.

Boon laat in een communiqué weten bezoekers op een aansprekende manier het verhaal te willen vertellen over de industriële revolutie in Twente en door vrijwilligers werkzaamheden rondom dit cultureel erfgoed te laten verrichten, zoals restauratie, behoud en natuurlijk ook het rijden met authentieke stoomtreinen uit de tijd van de Twentse industriële revolutie. Met een sterke museale infrastructuur in de regio kunnen we niet alleen talent in de regio houden, maar ook nieuwe mensen aantrekken. Naast de regionale functie zie ik de aantrekkingskracht voor bezoekers van buiten de regio: de toeristen en dagjesmensen. Ik kijk ernaar uit om mijn kennis van de museumwereld in te zetten op deze plek en het museum naar het volgende niveau te tillen.’

In het museum op herleeft het lokaalspoorbedrijf uit vervlogen tijden met vaste en tijdelijke exposities. Verder zijn er zo’n zestig ritten per jaar voor particulieren of bedrijven op aanvraag. Ook de culinaire ritten met een rijdende (stoom) trein, aangeboden in samenwerking met restaurant ’t Lansink zijn een groot succes. Naast vijf vaste krachten die de continuïteit van de bedrijfsvoering waarborgen, zijn ruim honderd vrijwilligers actief betrokken bij het beheer van de collectie mobiel en industrieel erfgoed, zoals een lokaalspoorweg van zeven kilometer lengte met gebouwen en installaties en zo’n tachtig historische spoorwegvoertuigen.