Overigens CDXLVII

Er wordt wat afgetobd over het klimaat.  Aan  de ene kant  moeten we minder energie gebruiken en vooral andere, met zonnepanelen op akkers en weiden en met windmolens als totempalen in het landschap.

Aan de andere kant moeten we al onze wensen en eisen anders verpakken, want met minder benzine, kerosine en overige sjeikverrijkers annex aardverwoesters, en zonder komkommers in piepschuim of plasticfolie.

Aan de ene kant zie ik daar verstandelijk de zin wel van in, soms zelfs de noodzaak, maar aan de andere kant krijg ik jeuk van al die klimaatdominees  met hun zalvende groenlinkse praatjes die me tot razernij brengen.

Ik heb jarenlang na het theedrinken de nietjes uit de theezakjes gehaald en die afzonderlijk gestort. Dat was ver vóór de milieupenoze me drie kleuren containers om de deur schoof, veel te duur en ook nog van plastic.

Het lijkt me met het vorderen der jaren steeds meer logisch en goed dat onze kleine planeet het einde van zijn mensvriendelijke leven bereikt, maar dat god-zij-geloofd-en-geprezen de bacteriën zullen overleven.