De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCLXX

Tja, dit was dertig jaar geleden Tweede Pinksterdag, 15 mei 1989. Het was al nacht toen het vuur van alle talen vaardig werd over de geest van onze tongen, zó dat we in in alle woorden van de wereld nader tot elkaar kwamen, naderst, want naderder kon niet.  Ik weet het nog van A tot Z, de gespeelde nonchalance en het gloeiende verlangen..

Op het sportpark  kwam ik die middag Jan Kleinpenning tegen, wat altijd aanleiding was tot het drinken van veel bier. Hij belde zijn echtgenote die op bezoek was bij de mooiste doch onbereikbare vrouw van de wereld. De echtgenote stelde hem voor te komen eten en ik mocht gerust meekomen. En aangezien ik wat iets kon gebruiken...

Na het eten werd er nog wat gedronken en eindelijk gingen Jan en echtgenote heen. Ik bleef zitten en de mooiste vrouw van de wereld had daar geen problemen mee. Ik kende haar al tien jaar, wilde in 1979 van alles met haar, maar zij niet met mij. En nu zaten we daar, beide een relatie achter de rug en daar lulden we toen een paar uur over.

Het was bijna gedaan met die Tweede Pinksterdag. Ik wilde weg, maar ook weer niet. En toen vroeg ik, ik herinnner me die woorden nog, want quasi-nonchalant vroeg ik: 'Denk je dat je op mij verliefd zou kunnen worden?' Zij keek hopeloos naar het plafond en zei: 'Ik denk dat ik het al ben.' We aarzelden geen moment en Pinksteren brandde.

 

 

Deel dit nieuws!