Overigens CCX

In het beloofde land was ik overal thuis. Het was 1978 en ik had een kamer geboekt  in een hotel op een flank van de Olijfberg en keek uit op de oude stad. Het was mijn eerste reis in mijn uppie. Ik was alleen en dus veel samen, vooral in gedachten. Altijd als ik op reis ging, ging ik alleen, heel bewust. Ik heb altoos een hekel gehad aan overleg over welke afslag te nemen.

Je komt altijd mensen tegen. Natuurlijk verkende ik Jerusalem en natuurlijk ook de stranden aan de boulevard van Nathanja. En ik ging in een bus naar Galilea om het meer te zien, naar Rosj Hanikroth om de blauwhelmen te spreken, naar Dode Zee om in het Leven en ik boekte een  jongerenreis naar de Sinaï. Ik wilde zien en gezien worden zonder mijn sologang op te geven.

Op de zesdaagse tocht door de Sinaï trok ik veel op met een Israëlische en een Francaise, allebei onbereikbaar mooi. Esther en Rebecca. We  sliepen onder de sterbezaaide hemel. De intimiteit was die van gesprekken. We vertelden over de landen van herkomst. Esther en Rebecca vonden dat ik een joodse neus had en ik zei dat die van moeders kant was. Morgen meer.