De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   
  • Home
  • Home
  • Nieuws
  • de Republiek, over televisicratie en Eberhard van der Laan in Twente

de Republiek, over televisicratie en Eberhard van der Laan in Twente

De aangezegde dood, het verwachte verscheiden en de voorspelbare heiligverklaring van Eberhard van der Laan zijn een drievuldige openbaring van het moderne leven, waarin alles moet worden gezegd en getoond, ook wat tot het particuliere domein behoort. Zo werkt het in de tijd van de televisicratie. In de regel is het verschrikkelijk, al dat uitventen van emoties, maar het paste bij Van der Laan en het deed hem bij leven hoegenaamd niks, hij bleef namelijk de regisseur in andermans programma, het opgelegd pandoer gleed van hem af, hij speelde ermee en gebruikte het naar het uitkwam, al bleef hij naturel, ook in de bespiegelingen na zijn overlijden. Een gereformeerde jongen van de soort die het leven geen lijden vindt. Dit vermoeden (want weinig is zeker en niets staat vast) stoelt op een drietal ervaringen. Al het goede bestaat uit drie, om in de sfeer te blijven.

De eerste keer was bij Arti et Amicitiae in Amsterdam toen een aanstormend advocaat zowel Henk Hofland als Joop van Tijn tegen durfde te spreken in een discussie over het perswezen, het moet medio de jaren negentig zijn geweest (kort voor de Roskam het levenslicht zag (waar zijn die sigarendozen met aantekeningen als ze ter adstructie van pas komen), en het was op een donderdagavond. De advocaat was ook raadslid en heette Van der Laan. Goed van de tongriem gesneden en met hart voor de krant, als fenomeen, zo bleek na het debat in een gesprek, waaraan ook toenmalig hoofdredacteur Sytse van der Zee van Het Parool meedeed.

De tweede keer moet een jaar of tien geleden zijn, Van der Laan was net minister van Wonen, Wijken en Integratie in het kabinet-Balkenende IV, en hij kwam naar een PvdA-bijeenkomst in Enschede bij gelegenheid van de uitreiking van de Jan Schaeferprijs, in het Terphoes, waar het al geurde naar sociaaldemocratisch verval, maar alles leefde op toen Van der Laan een lofzang op Schaefer aanhief, de man in wiens schaduw Van der Laan als 'politiek assistent' het toneel van de publieke zaak betrad. Hij bracht het ingedutte kantineachtige zaaltje in Enschede-Zuid enthousismerend tot leven. Alleen toenmalig PvdA-wethouder Wallinga liep wat te chagrijnen, want Van der Laan zou, zei hij mokkend, te weinig doen voor de participatie voor de homoseksuele medemensch.

Wat de Enschedese wethouder er niet van weerhield enkele jaren later goede sier te maken met Van der Laan als hoofdgast tijdens een symposium over buurtcoaches en een roskammer als interviewer. Van der Laan beantwoordde alle vragen inhoudelijk en precies, kom daar nog eens om, maar wel met de handigheid van de geslepen advocaat, de eloquentie van de eigenwijze wereldburger en de gevoeligheid van de zowel betrokken als berekenende politicus. Hij was zeer innemend, maar één ding moest duidelijk zijn, vond Van der Laan: hij had vrij naar Hermans altijd gelijk.

Van der Laan was een verademing als raadslid, fractievoorzitter en minister, een aimabel mens en een intellectueel met een hart voor degenen die het minder hadden getroffen, door afkomst, achterstand en aggenebisj, maar gelukkig was hij ook hardnekkig, diepnukkig, ijdelzuchtig en zelfovertuigd - en hij genoot ervan. En nee, zo hebben we ze hier in Twente niet - je krijgt wat je verdient, dat moet het zijn. In dat verband een deel van een gedicht dat F. Starik zojuist voordroeg op de radio (voor de jongeren: een radio is een televisie zonder beeldeffect en onbevlekt)

Het is niet moeilijk om geliefd te zijn / je moet het alleen even worden

Ik heb deze dagen even met je opgelopen / achter het leger van de liefde aan

Laat ons buiten blijven, nog even roken

Het is ontzettend moeilijk om geliefd te zijn / en naar binnen te gaan

 

Deel dit nieuws!