Soweco kost zes gemeenten volgend jaar bijna vijf miljoen euro
Almelo – De zes deelnemende gemeenten in de sociale werkvoorziening Soweco moeten volgend jaar krap vijf miljoen als ‘aanvullende bijdrage’ betalen, anders stort het bedrijf in elkaar. Dat blijkt uit de begroting 2017 van directie en bestuur. Een faillissement zou overigens veel duurder uitpakken, financieel nog het minst, want vooral materieel en moreel.
Eén van de oorzaken van het tekort is de forse subsidievermindering van de rijksoverheid. Weliswaar werkt Soweco al jaren aan de omvorming van het aloude werkvoorzieningsbedrijf tot een maatschappelijke onderneming, maar dat is makkelijker gezegd (bedacht en op papier gezet) dan gedaan (en in de praktijk gebracht) En het gaat niet zonder hedendaags jargon. Zo stelt Soweco steeds meer ‘productmarktcombinaties’ samen om te proberen meer geld te verdienen, maar het levert nog niet genoeg 'om van quitte te spelen'.
Nog steeds bestaat de hoofdmoot van de activiteiten van Soweco uit het bieden van dagbesteding en activering, maar het detacheren en het verwerven van externe opdrachten moeten een steeds groter deel van de concernomzet bewerkstelligen.
De omslag van het bedrijf is mede door de rijksbezuinigingen moeilijker dan gedacht en gehoopt. Soweco wil nu proberen meer opdrachten van de deelnemende gemeenten in de wacht te slepen. Volgens voorzitter Cornelissen (wethouder te Almelo) doen lang niet alle gemeente dit in voldoende mate. Dat is ook in het belangen de die gemeenten zelf, die immers ten laste van de eigen schatkist de tekorten moeten aanzuiveren. Almelo moet op basis van de begroting 2017 volgend jaar ruim 2,1 miljoen bijpassen, Twenterand 746.000 euro, Rijssen-Holten 575.00 euro, Hellendoorn 530.000 euro, Wierden 425.000 euro en Tubbergen 390.000 euro.