Almelo boos over lekkend materieel NAVO-depot en bodemvervuiling
Almelo/Aadorp - De gemeente Almelo vindt dat het ministerie van Defensie uit oogpunt van gezondheid voor mens en milieu gevaarlijk verouderd legermaterieel op het NAVO-terrein stalt. Bij een inspectie op het perceel zijn (olie)vloeistoflekkende militaire voertuigen aangetroffen. De vloeistoffen kunnen de bodem verontreinigen. De gemeente heeft hierover een brief naar bewindsvrouw Hennis Plasschaert van Defensie gezonden, aangetekend en wel, want er is geen dag te verliezen.
Het gemeentebestuur heeft Defensie op hoge poten laten weten dat de gevaarlijk geachte situatie ogenblikkelijk moet worden opgelost en legt voor elke week dat Defensie in gebreke blijft een last onder dwangsom op ter hoogte van dertigduizend euro per overtreding per week. Het maximumbedrag dat Defensie volgens dit besluit kan verbeuren zou 180.000 euro zijn.
Het militaire depot van de NAVO is gelegen op het Bedrijvenpark Twente onder de rook van Aadorp te Almelo en het terrein omspant zo'n 35 hectare. Het dient vooral als stallingsplaats voor materieel dat elders in de wereld werd ingezet, maar niet meer nodig is. Defensie slaat materieel omdat wordt getracht de tweedehands oorlogsspullen nog te verkopen. Dat is een gans andere functie dan toen de depot in de jaren tachtig van vorige eeuw werd gebruikt voor het stallen Amerikaanse trucks en tanks.
Naar nu blijkt wordt in Almelo tegenwoordig materieel geparkeerd dat elders niet mag staan. De spullen lekken en roesten, waardoor oliën, koelvloeistoffen en brandstoffen van diverse voertuigen op de grond belanden en er deels in terecht komen. Het zou voor een deel gaan om spullen van een depot in Ede, die vanwege de aldaar geconstateerde lekkages en overige mankementen naar Almelo zouden zijn vervoerd. Bij het opendraaien van de dop van een brandstoftank is een brandstofgeur waargenomen. De minister dient per direct te zorgen dat uit oogpunt van veiligheid en gezondheid afdoende maatregelen worden getroffen, vindt het gemeentebestuur van Almelo.