Twenterand verliest weer grondkwestie en overweegt (opnieuw) beroep
Vriezenveen - Het college van burgemeester en wethouders der gemeente Twenterand overweegt in beroep te gaan tegen het vonnis van de rechtbank dat notaris Endendijk volledig in het gelijk stelt. Het college begon een rechtszaak tegen de notaris omdat hij in een akte over een grondtransactie ten onrechte een boeteclausule zou hebben opgenomen. De boeteclausule zou met een terzake bevoegde ambtenaar van de gemeente zijn besproken, maar die wist zich daar onder ede niets van te herinneren, al erkende hij dat de akte met hem paginagewijs was doorgenomen.
De ambtenaar gaf aan dat de clausule niet gezien was. Zijn verklaring is volgens de rechtbank onvoldoende geloofwaardig en onjuist, wat feitelijk zweemt naar meineed.
Het effect van de clausule is dat de gemeente door de grond na de aankoop anders bestemmen (industriegrond in plaats agrarische grond) de beide eigenaren ondertussen naar schatting, inclusief rente, een half miljoen schadeloosstelling dient te betalen. Een hoger beroep tegen dit vonnis verloor de gemeente Twenterand al eerder, met extra kosten voor het grondbedrijf.
De gemeente zal nu denkelijk meer moeten dokken, doordat de gemeente haar positie in rechte ook ten opzichte van de grondeigenaren aanmerkelijk heeft verslechterd en en een schikking moeilijker zal zijn. Daar komt nog bij dat de door het gemeentebestuur ingehuurde advocaat Van de Wetering een bedrag in rekening kan brengen dat tot een ton kan oplopen voor zijn tot dusver geleverde arbeid (uurtje-factuurtje) en ook Endendijk zal een rekening sturen, van een slordige vijftienduizend euro.
Dit betekent dat de gemeente ongeveer voor zes tot zeven ton het schip in dreigt te gaan, waarvoor nog dekking dient te worden gezocht. Een nieuw hoger beroep van het gemeentebestuur lijkt uitstel van executie te zijn met uiteindelijk een nog hogere financiële last ten gevolge. De raadsfractie van de VVD overweegt debat aan te vragen om het college luid en duidelijk op te dragen af te zien van weer een hoger beroep en het verlies nú te nemen in plaats van het opnieuw te vermeerderen.