VRIJ 85
Schimmen op de muren en vagebonden in de gordijnen. Wajangpoppen en daar de schaduwen van in de slaapkamer waar mijn broer en ik sliepen. We zagen ze op het behang en bedachten er verhalen bij. Hoe enger, hoe beter. Spoken waren het, ze aten kindervlees. We huiverden, maar waren niet bang natuurlijk niet, want al zeven en vijf jaar, dus volwassen.
Als ik het me herinner ben ik meteen weer in de slaapkamer van mijn jeugd. Vannacht zag ik ze terug, was weer zeven, en toch veel ouder. In de late beginjaren tachtig reisde ik in mijn uppie door eerst India en later Indonesiƫ. Vanochtend zag ik mijn wajangpop-op-stok, dacht aan de reizen en aan de schaduwen in de slaapkamergordijnen van ooit, voor altijd.