VRIJ 02
Boven mijn kleine tuin had ik vanavond, zoals elk jaar om deze tijd, veel bezoek. Het was een komen en gaan van spreeuwen. Ik woon naast God, want de kerk, stond ooit in mijn tuin, maar de vooruitgang – een lelijke muur – vergde een offer. Klein leed, waarmee te leven valt. Belangrijk is dat ik de toren nog bij de deur heb en elk jaar om deze tijd bezoek krijg van spreeuwenzwermen.
Het is een even wonderlijk als adembenemend bezoek. Ik kan er in de vooravond gebiologeerd naar kijken. Hoe die dekselse de luchtkunstenaars wonderbaarlijke capriolen uithalen om mijn huis.
Boven mijn kleine tuin had ik vanavond weer eens veel bezoek. Het was een komen en gaan van gevogelte. Ik ben als gezegd de buurman van God, want de kerk staat stond ooit in mijn tuin, waar, maar de vooruitgang vergde een offer, maar een deel van de tuin werd een voetpad. Jammer, maar klein leed.
Jammer,, maar klein leed. Belangrijk is dat ik de toren nog bij de deur heb en geregeld elk jaar - bezoek krijg van vogelen des velds die afscheid komen nemen voor de Grote Trek. Adembenemend bezoek. Ik kan er in de vooravond gebiologeerd naar kijken. Hoe die spreeuwen wonderbaarlijke capriolen uithalen. Vanavond woonde ik weer een deel van de acrobatische voorstelling bij.
Aan het eind van de zomer komen ze met duizenden afscheid nemen – in een grijze wolk van zwiep-scherende acrobaten. Ze nemen afscheid, want hebben hier hun voortplanting laten plaatsgrijpen, maar komen altoos terug. Nog een laatste spreeuwenvoorstelling voor vertrek. Dat ze elkaar tijdens hun trapeze-act niet in de weg vliegen, of op elkaar botsen is een wonder. Ze duiken en zwiepen tussen kerk en toren – een wolk van trapezetovenarij.
Een uur lang keek ik naar het spreeuwencircus. Morgen eens even naar de masten in vogelcircus Circus Wierdenseveld.