De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCCXXII

Nu, precies nu, het luistert nauw, is de dag ten einde en dat gaat met twaalf beierslagen gepaard. En dan dooft ook het licht van de lampen die de toren van de kerk verlichten en verstomt elk woord. Zo eindigt de dag en dat is goed, want dan kan er een nieuwe beginnen. De dag leeft in de nacht. Tot de dauw van dageraad. En morgen is het allicht minder duister dan gisteren.

Dat zijn opwekkende gedachten als je bezijden de kerk woonachtig bent. Veel dingen die niet waar zijn ontlenen daar hun waarde aan. Mijn tuin is een kerkhof aan een kerkenpad. Leven op een dodenakker, dat is pas leven. De duiven en de uil in de klokkentoren, de spreeuwen die bezit nemen van het torenkruis, de baas bij de haan, de anderen op de armen van de gotiek.

Het is fascinerend, vind ik, te beseffen dat de toren van de kerk van 1495 dateert en deswege al zoveel generaties meegaat. God heb ik er nog nooit gezien, hooguit als vogel. Of zoals over W.H. Auden wordt gezegd: 'He has never seen God, but, once or twice, he believes, he has heard him.' Als hij praat, dan in mijn oor, want we zijn buren. Alles wat leeft is vermoeden.

 

Deel dit nieuws!