De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DCLXXVII

Een leven lang gewerkt, mannen bemind, een hunner gehuwd, vijf kinderen gebaard, kroost grootgebracht, boeken gelezen, een administratieve baan gehad, man en ook al twee kinderen verloren aan de dood en nu in een zorgpverpleeghuis op weg naar de punt die nog gezet moet worden. Ik ken haar via-via; zij en haar man waren kennissen van mijn ouders. Ze vergeet wel eens wat, maar dement, nee, hooguit een tikje in de war.

Ze is nu broos, maar nog goed bij, zoals we dat zeggen, maar toch begrijpt ze de tijd niet meer, dat de optocht die zij het leven en de borst gaf niet bij haar binnen mag komen, dat ze buiten dingen roepen die ze niet verstaat en tekeningen omhoog houden die ze niet kan zien. Ze genoot tot voor kort van kleine dingen nog, twee dochters, een zoon en negen (achter)kleinkinderen. Tot corona haar leven een gevangenis maakte. Zwaaien mag, zoenen niet.

Ik ben ervan overtuigd dat deze marteling in onze dagen de schande van de toekomst is. Om een generatie mensen die een leven lang werkten, zoogden, opvoedden, lazen en voorlazen te laten verkommeren in onbegrip, hoewel velen nog lang niet kinds zijn. Huilen aan de telefoon in zeeën van traanwater. Opberg-oudjes, stank-voor-dank-generatie.

 

Deel dit nieuws!