De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DXCVII

Een kleine hommage aan de vanavond met het ereburgerschap van Enschede gelauwerde Henk van Gelderen. Ik zal u uitleggen waarom ik het hem bewezen eerbetoon dik verdiend vind.

Het was allerminst een vetpot toen de Roskam elke week in druk uitkwam. We gebruikten bij wijze van spreken van elk potlood de ene helft om mee te schrijven en de andere helft om van te kluiven. Of om het met wijlen mijn collega Martin van Amerongen, hoofdredacteur van de Groene Amsterdammer, te zeggen: 'De krant was constant-bijna failliet, maar voor de rest ging het bovenmatig goed.'

Daar schreef ik ooit een stukje over, ten geleide. Dat de financiële situatie penibel was. De Roskam werd vrijdag met de post bezorgd en ik kreeg twee telefoontjes. Eerst van Teun Staal, een der sympathiekere redacteuren bij de dagbode waarvan elke letter te koop is. Hij wilde weten hoe lang we nog hadden. Ik zei dat we de moed niet lieten zakken. Vervolgens belde de mij toen volstrekt onbekende Henk van Gelderen, naar bleek abonnee uit aandrift. Hij  zou de krant niet graag missen en vroeg wat er nodig was, dan zou hij nadenken of hij iets kon doen. Ik noemde een bedrag en hij deelde dat door twaalf, zeggende: 'Zoek er nog elf bij.' Zijn geld stond 's anderendaags op de bank. De andere elf mecenassen kwamen niet, maar de Roskam zou nog tien jaar bestaan, want potloden waren er altijd. Dat het toch misging met de courant in druk kwam door een slordige hersenbloeding.

In de voorshands laatste papieren editie schreef ik dat het zwijgen der persen voor eeuwig kon zijn, maar ook voor oogenblick. Henk van Gelderen heb ik na een kenismakingsborrel in café Berlijn geregeld bezocht te zijnent en hij mij, in Het Roessingh en bij me thuis. Binnenkort ga ik hem feliciteren. En dan  drinken we weer een paar glaasjes Oude Jenever met een scheut Jonge Angst.

 

 

 

 

Deel dit nieuws!