De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DXXXIX

Naar buiten kijkend deed vanmiddag het naakte silhouet van de bomen aan de straat mij denken aan de ontbladering van alles in het leven. Nu ik deze zin lees valt me op dat de woorden in deze volgorde doorbuigen van pathetiek. Dat is niet erg, maar je moet het wel weten. Al was het maar omdat vergankelijkheid een groot goed is.

Ik heb een zwak voor bomen. Niet dat ik een kenner ben, meer een kijker. In bossen lopen was een favoriete bezigheid. In bomen klimmen ook. Dat is me niet meer gegeven. Herinneringen zijn ook mooi. Kun je over bomen. Als ik over de Lageveldsweg fiets passeer ik de 'klimboom' uit de jaren van de jeugd. Als ik op mezelf wilde zijn klom ik erin. De takken vlak voor de kruin vormden een natuurlijke hoogzit. Ik heb er ook wel als volwassene ingezeten als het leven me te snel of te sloom ging. Einzelgänger in Eikenhout.

Zo heb ik ook een ziekenhuisboom, maar dat is eigenlijk een boom van niks, een boom die ik vier jaar geleden westwaarts in een verzureregend verleden zag. En later een kerstboom op de afdeling. En als ergens een hekel aan heb, dan aan dennen met ballen. Dan heb ik veel liever de kale boom die ik aan de straat zag toen ik vanmiddag uit het raam keek vanuit de ruimte die vroeger mijn werkkamer was en nu mijn slaapvertrek. 

Deel dit nieuws!