De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DXXXIII

Voor mijn werk (eigenlijk een uit de hand gelopen hobby) heb ik in mijn leven duizenden bijeenkomsten bezocht. Ik ging al voor ik bij een krant ging werken (sinds 1 agustus 1977) voor de hobby naar vergaderingen, dorpsfeesten en - vooral - concerten teneinde daar verslag van te doen. Dat was mijn hobby. Ik had ook een eigen krant, met zeven abonnees. Ik benaderde familieleden en buren en telkens als ik een hunner aanklampte, vroeg ik me met bonzend hart af: 'Doet'ie het of doet'ie het niet?' om bij een instemming geluidloos te juichen: 'Ja, hij doet't.'

Eennmaal bij de krant, op de redactie, wilde ik zo snel mogelijk verslag doen van vergaderingen, recepties, persconferentiies et ce tera. Sport verslaan vond ik mooi om erbij te doen, politiek was een passie. Ik werd invaller voor het geval als legendarische journalisten als Ger de Vries (Vriezenveen, Den Ham, Tubbergen) of Dick van Baaren (Hellendoorn, Rijssen, Wierden) verstek moesten laten gaan, wat naar mijn gevoel veel te weinig gebeurde. We zijn decennia verder en misschien heeft het ook iets met idealisering te maken, maar toch burgemeesters als Smit, Van Walsum en Van der Wolf zijn er niet meer en wethouders als Weersink, Bloemendaal en Middelkamp evenmin. Je wist waar ze op café zaten, daar kon je naar toe, je kon ze bellen (thuis of bij hun maitresses) en nee, het was niet allemaal beter dan nu, maar veel wel, want zonder voorlichters en andere afhouders.

Er is in ruim veertig jaar veel veranderd. De politieke verslaggeving is onbeduidend in de rangorde, want we leven in voorlichtersland; procedures en protocollen. Er zijn een paar dingen onveranderd, waaronder de meest uitgesproken zin, als de spreker op de microfoon tikt, wat vaak helse tonen teweegbrengt en dan zijn speech of interruptie altijd begint met: 'Doet'ie het, ja,hij doet't.'

Deel dit nieuws!