De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DXXVIII

Als het leven me te laag bij de grond was fietste ik vaak de Lage Egge in. Daar stond een boom, die ik sinds ik een jaar of tien was mijn klimboom noemde. Daar kon ik uren zitten op een knoestige tak, altijd dezelfde, waar mijn jongensgemoed met bonkend hart rust vond.

Ik ben er altijd blijven komen en weet nog dat ik er soms des nachts inklom om pijnlijk te beseffen dat de jaren van de onschuld voorbij waren. En sinds enige tijd ben ik sowieso uitgeklommen. Wat rest is tere herinnering aan zoete dagen. Wat ook een zekere schoonheid ademt.

Alles heeft zijn duur, elke boom en ieder mens heeft een tijd, verborgen in grilligheid. In elk bos huist een Zagertje, een anoniem kind dat één is met het bos en weet van uitbotten, hoogbloeien en neervallen  - een leven van een jonge dromerijen en afgestorven takken.

Deel dit nieuws!