De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens DXII

In het bijna-nachtelijk donker kijk naar de adem van God. Er drijven wolken in slierten en weefsels voorbij de volle maan. De naweeën van de storm waar dit lullige land afgelopen weekend zo van in de war raakte dat het elk nieuwsbulletin domineerde. Een raar volk, dat zijn we, in een van de Atlantische oceaan losgezongen Noordzeedelta.

De mensheid lijdt aan grenzeloze zelfoverschatting. Dat ervaar ik het best als ik des nachts naar het uitspansel kijk. De ooit uit de aarde geschoten maan heeft nog vele raadsels. Ik overdenk dat de afstand tot de maan slechts tien keer een reis om de aarde is. Een probleempje is dat we door de dampkring moeten. Damp en kring is maan.

Het mooiste van de winter is de rotting van de zomer in de winter. De tuin vol verstorven bloei. En als het een heldere hemel is de contouren van, zoals nu, een volle maan, met de voorbij kringelende godendamp en dansende engelen.

Ik verheug me nu alweer op de lente, de zomer en de herfst, vooral die laatste, want dan mag elk seizoen zijn eigen bekoringen hebben, toch vind ik het aantrekkelijkste jaargetijde dat waarin God laat zien dat zijn achternaam Ruisdael is.

Deel dit nieuws!