De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CDLXXVII

 ‘Heb je ’t al gehoord?’, vraagt Coby, terwijl ik net wakker ben. Ik schud mijn hoofd, moet pissen, douchen, aankleden. En ik moet mijn gedachten er proberen bij te houden opdat ik het in de goede volgorde doe. ‘Er is een aanslag gepleegd op een gebouw in Parijs waar ze een krant maken’, hoor ik haar zeggen, terwijl ik voetstapje voor driepootje naar de sanitaire ruimte schuifel.

‘Goed zo’, hoor ik Coby mijn waggelgang beoordelen. Ze was de eerste verpleegkundige die ik zag toen ik 19 december in deze krankheidbunker annex herstelhotel arriveerde. Dat zou ik nog veel vaker horen tijdens mijn verblijf. 'Goed zo.' Coby werd mijn heldin. Ontvankelijk voor mijn gestuntel en gebrabbel. Ze was de eerste en ook de laatste met wie ik sprak tijdens mijn pogingen tot revalidatie.

Later op de dag dringt tot mijn getourmenteerde brein door dat ze die ochtend doelde op de aanslag op de vrijheid van meningsuiting, eerder op de dag ten kantore van de redactie van Charlie Hebdo in Parijs. Het drong pas in de loop van de dag door, stukje bij beetje. Ik weet dat vrijheid moet worden verdedigd en gevierd, er is moed voor nodig. Voor mij balt zich dat samen in Coby.

Deel dit nieuws!