De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCCXCII

De schoonheid schuilt in de naden tussen gisteren en vandaag en morgen. Er gaat wel eens een week voorbij en ook wel eens een maand, maar veel langer niet dat ik geen gedicht van Menno Wigman lees. Nachtmensen onder elkaar, overtuigd van de vergeefsheid van alles. De zoete mengeling van Weemoed en Weltschmerz. Vorige week verschenen zijn verzamelde gedichten, bijeengebracht door Neeltje Maria Min en Rob Schouten, volgende wek dinsdag is er SLAA met Prometheus te Amsterdam een avond die zichzelf omhelst.

Ik ken de droefenis van copyrettes, van holle mannen met vergeelde kranten, bebrilde moeders met verhuisberichten,

de geur van briefpapieren, bankafschriften, belastingformulieren, huurcontracten, die inkt van niks die zegt dat we bestaan.

En ik zag Vinexwijken, pril en doods, waar mensen roemloos mensen willen lijken, de straat haast vlekkeloos een straat nabootst.

Wie kopiĆ«ren ze? Wie kopieer ikzelf? Vader, moeder, wereld, dna, daar sta je met je stralend eigen naam,

je hoofd vol snugger afgekeken hoop op rust, promotie, kroost en bankbiljetten. En ik, die keffend in mijn canto's woon,

had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen. Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood. Ik ken de droefenis van copyrettes.

Deel dit nieuws!