CCCXLIX
Het plan voor een aantal bezoeken aan kennissen, bekenden en een enkele vriend fietste ik deze zomerdag naar Enschede. Je kunt op veel manieren in die stad komen. Zo zijn er oostelijke route via Hertme, Deurningen en Oldenzaal en de westelijke via Bornerbroek, Delden en Beckum/Boekelo. De snelste route is door het midden, via Zenderen, Borne en Hengelo, maar dat is landschappelijk de minst interssante. Ik verkoos het voor de heenreis het oosten te kiezen en nam me voor om via het westen terug te keren. Dat laatste gebeurde niet, want het werd laat, zó laat dat ik tegen half twaalf het terras van Het Bolwerk tegen kwart over elf verliet en even later de laatste trein westwaarts binnenfietste.
Het was een bijzondere dag, want ik trof papietijger Dick bij toeval in het gewezen Texoprint-complex bij het stationnetje in Boekelo. Voorheen was het De Nijverheid en ik zou - toeval bestaat niet - bij een voormalige roerganger in ruste koffie gaan drinken, maar toen ik belde had zijn vrouw en hij telgen van Ter Kuile op bezoek. Verder was ik voornemens om het kunstenaarsechtpaar van de Kiepe te bezoeken, de boksbalkinetisch sterke Rudy en de paradynamisch broze Clasina, maar de twee het telepapathiepaar niet thuis. In de binnenstad ontmoette ik, toen ik met de oude vestzakdirecteur op een terras zat, nog een enige zonderlingen: Mies van het Woord (theater) en Adri van de Stilte (univertsiteit).
We togen naar het Ei van Ko waar de vorige week overleden dichter/schilder/levenskunstenaar Bert de Haan werd herdacht in poëzie, proza en potjeslatijn van vrienden, collegae en bewonderaars. Voor ik veel later op het perron fietste om de laatse trein te halen zag ik tot mijn verbazing Clasina en Rudy uit een andere trein komen. Het leek trouwens alsof ze ze uit de hemel waren gevallen in plaas van uit de trein gestapt. Heel even dacht ik in een parallel universum te zijn beland, want ja, je kunt op vele manieren in Enschede komen.