De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CCLVI

Van de heenreis herinner ik me weinig. Waar we instapten ook niet. Alleen die vreemde opwinding om met met mijn vader naar Ajax. Twee mannen, want zo voelde ik dat, en ik was al elf jaar. In een bus naar Amsterdam. Volgens mij was het een bus van de OAD, maar daar ben ik niet helemaal zeker van. Ajax-Celtic, dat wel. Jimmy Johnstone en Johan Cruyff - magische namen.

Mijn vader was mijn held, met hem ging ik ook op zaterdag naar 'de' voetbal. In de ochtend zelf een wedstrijd spelen, in de middag naar het eerste. Soms gingen we mee als D-pupilen naar verre uitwedstrijden. Ook in een bus, via binnenwegen, want de A1 was er nog niet. Timmerman, Makkinga, Baan, Hammers, Schipper, Lodeweges, Pesman. Een kampioenswedstrijd bij Zwart-Wit'28.

Het waren de jaren dat je nog de zekerheid had dat alles goed zou komen en eeuwig zou blijven. Ik wist van de dood, maar had nog geen begrafenis bezocht. De wereld lag aan mijn voeten en met mijn vader in de buurt zou dat ook altijd zo blijven. Hij zat naast me in de bus die steeds klammer werd, vanwege de spanning. In het Olympisch Stadion zaten we boven in en het mistte ook nog.

Ajax won met 3-0. Alle doelpunten vielen in de tweede helft, ver bij ons vandaan, aan de overkant. Ik proef nog die sfeer, dat geluk van grote kerels, we knepen in elkaars hand. Ik deed drie kwartier met het flesje sinas en een reep mars die mijn vader in de rust voor me kocht (op de tribune!) - van de terugreis weet ik niets dan dat ik geslapen heb. Ajax won dat jaar de Europa Cup I.

Deel dit nieuws!