De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CLXXXIV

Boeiend wie de Dichter des Vaderlands is. Ik heb eigenlijk geen idee. Des te beter weet ik de eerste was, want Gerrit Komrij, afgelopen week tien jaar geleden aangesteld. De keuze voor hem deed het addergebroed in het landschap der letteren ontwaken, want de giftongen konden wraak nemen. Dachten ze, want Komrij was een stoïcijn, die maalde niet om die dingen, omdat  - heeft hij me verteld, in Amsterdam, in Enschede of in Winterswijk, omdat ik hem die drie steden heb gesproken -  kritiek er is om te geven én om te krijgen.

Ik heb even gekeken wie nu Dichter des Vaderlands is. Tsead Bruinja. De naam zegt me niks. Dat zowaar Simon Vinkenoog van het vaderland de tweede dichter is geweest betekent dat het na Komrij nooit meer serieus is geworden; een gimmick.

Vinkenoog sprak in 1991 te Amsterdam bij de opening van een expositie als eerbetoon aan de toen net overleden beeldend kunstenaar Hans Veneman (hanveneman). Dat was in een galerie aan de hoofdstedelijke Kerkstraat. Zijn toespraak over leven en werk van Veneman was geweldig, maar ik dacht ook: het klopt als een bus, mooi gezegd, maar waar heb ik dat meer gehoord? Opeens wist ik: die gek staat de column voor te lezen die ik zelf afgelopen zaterdag schreef voor de krant. Onbeschroomd plagieerde de nephippie mij.

Dat waren de dagen van de enige echte Twentsche Courant zaliger nagedachtenis - dat waren nog eens tijden! Helaas gaat alles op elkaar lijken. De ruft van Plagiaat en Koehandel. Alles gaat teloor, Komrij is dood, Vinkenoog trouwens ook - en we leven wat de belletrie en het perswezen aanbelangt in tijden van foute veronderstellingen, oeverloze gemakzucht en dagelijkse offeranden op het altaar van de alles verzengende commercie.

 

Deel dit nieuws!