De Roskam op Twitter    De Roskam op Facebook   

Overigens CLXXVIII

Herinneringen aan Willem Wilmink.

Zo was ik erbij toen hij in 1996 zijn naam gaf aan een gedichtenwedstrijd in de Bibliotheek Almelo. Voor de lokale omroep maakte de Roskam van meet af aan politieke debatten en programma's over sport en cultuur. Het werd allemaal live uitgezonden. In één van die programma's werd Wilmink een uur ondervraagd. Hij vertelde aandoenlijk en aanlokkelijk over het belang van poëzie en refereerde aan de vijftiende-eeuwse dichter en prins Charles d’Orleans die gasten in zijn kasteel ontving als ze een gedicht hadden gemaakt met daarin de regel 'Ik sterf van dorst met de fontein voor ogen'. Op voorspraak van biebdirecteur Jan Krol stemde Wilmink tijdens de nazit in met een jaarlijkse gedichtenwedstrijd, wel steeds met een andere regel. Aldus geschiedde.

Een tweede herinnering. Op een duistere dag hoorde ik dat mijn gewezen kompaan Jan Willemsen manager was geworden van Wilmink. Uit ervaring wist ik dat Willemsen, met wie ik poëzie-, theater- en cabaretvoorstellingen in De Poppe had georganiseerd, redelijk gek op geld was en laat ik zeggen dat hij daar veel over had, ook zogenoemde vrienden. Dat hij mij bij de poot had, dom, dat had ik door moeten hebben, en verder snel alle banden verbreken, maar Wilmink die steeds weifelmoediger en brooshartiger werd, dat kon ik minder goed aanzien. Willem zal hem aangehouden hebben voor de zekerheid, tot zijn dood, want bij het overlijden las ik in de meeste kranten dat zijn manager Jan Willemsen het bekend had gemaakt. Ik moest lang denken aan het profijtbeginsel.

En dan kort: Wilmink was bij zijn overlijden al lang en breed heilig verklaard, net zoals dat nu het geval is bij Herman Finkers het geval is, die zich trouwens zeer op zijn vriendschap met de dichter liet en laat voorstaan. In de Roskam van die week heb ik een 'portret' geschreven van de zeker in Twente alom betreurde dichter. Op dat 'portret'  kwam nogal wat kritiek op, want ik schreef niet over een geheiligde die ons Tukkers verweesd  achterliet, maar over een noest werkende ambachtsman met letterengevoel. Hij was een omgevallen boekenkast en een begenadigd causeur, maar toch ook wel een beetje een poseur die zichzelf elke dag in de benen moest hijsen en zijn angsten moest zien te overwinnen of te verbergen. En dat vinden velen in Twente niet fijn, als je zo dicht bij komt.

Deel dit nieuws!